Artikel 72a van de WW luidt:
De overheidswerkgever heeft tot taak de inschakeling in de arbeid te bevorderen van:
- een persoon die uit hoofde van een dienstbetrekking als overheidswerknemer met die overheidswerk gever recht heeft op uitkering op grond van hoofdstuk II
- een overheidswerknemer die kan aantonen dat de dienstbetrekking binnen vier maanden zal eindigen en van wie naar het oordeel van het UWV redelijkerwijs valt aan te nemen dat hij recht zal hebben op een uitkering op grond van hoofdstuk II
In de tekst van artikel 72a WW komen de begrippen ‘overheidswerkgever’ en ‘overheidswerknemer’ voor. Hieronder volgt uitleg over wat hieronder wordt verstaan. Ook wordt de rol van UWV bij de re-integratie toegelicht.
Rol overheidswerkgever
Volgens de definitie in de Werkloosheidswet (WW) moeten werkgevers van een overheidswerknemer als overheidswerkgever worden beschouwd. De volgende categorieën behoren tot de overheidswerkgevers:
- publiekrechtelijke lichamen
- privaatrechtelijke onderwijsinstellingen die voor minstens 51% door de overheid worden gefinancierd
- ondersteuningsdiensten voor en bekostigd door de hierboven genoemde onderwijsinstellingen, en
- zogeheten B3-instellingen (dit zijn instellingen die op basis van een ministeriële beschikking zijn aangemerkt als overheidswerkgever en als gevolg daarvan de werknemers bij het pensioenfonds ABP hebben ondergebracht)
De overheidswerkgever is eigenrisicodrager voor de WW-kosten van zijn werkloze ex-werknemers (artikel 79 WW) en is in het verlengde daarvan wettelijk verantwoordelijk voor de re-integratie van zijn werkloze ex-werknemers.
De wijze waarop de re-integratieactiviteiten ingevuld moeten worden, is niet wettelijk vastgelegd. De overheidswerkgever kan daar dus zijn eigen invulling aan geven. Meer hierover is te vinden in hoofdstuk 4. Verantwoordelijkheid re-integratie.
Rol overheidswerknemer
In het algemeen wordt iemand die in dienst is bij een overheidswerkgever beschouwd als overheidswerknemer. Hierbij bestaat geen onderscheid tussen vast (aanstelling voor onbepaalde tijd) en tijdelijk (aanstelling voor bepaalde tijd) personeel. Het maakt ook geen verschil of iemand een ambtelijke aanstelling heeft, of is aangesteld op basis van een overeenkomst naar burgerlijk recht.
Op deze hoofdregel bestaan wel uitzonderingen. Deze uitzonderingen zijn benoemd in de ‘Regeling beperking van het zijn van overheidswerknemer in de zin van de Wet privatisering ABP’. De belangrijkste uitzonderingen uit deze regeling staan hieronder vermeld.
Geen overheidswerknemer zijn:
- personen die bij wijze van sociale werkvoorziening tewerkgesteld zijn (WSW’ers)
- personen die in dienst zijn genomen ‘in het kader van een door de overheid getroffen regeling om door een tijdelijke tewerkstelling re-integratie van personen, die behoren tot een of meer bepaalde groepen van werklozen, te bevorderen’
Op basis van de WW heeft de werkloze overheidswerknemer er – voor zover noodzakelijk – recht op om door zijn overheidswerkgever ondersteund te worden bij zijn re-integratie. Of ondersteuning bij re-integratie noodzakelijk is, bepaalt in eerste instantie de overheidswerkgever.
Het staat een ex-overheidswerknemer vrij om juridische stappen te ondernemen als hij van mening is dat zijn ex-werkgever niet de juiste invulling geeft aan zijn wettelijke re-integratietaak. Zie voor meer informatie hierover hoofdstuk 8. Rechtsmiddelen werkloze overheidswerknemer.
Rol UWV
UWV beoordeelt of de klant voldoet aan de voorwaarden voor het recht op uitkering, kent de WW-uitkering toe en verzorgt de betalingen aan de werkloze overheidswerknemer. De uitkeringskosten worden (op grond van artikel 79 WW) in rekening gebracht bij de betreffende overheidswerkgever.
De overheidswerkgever is verantwoordelijk voor de re-integratie. UWV is echter de enige partij die een beslissing kan afgeven over de inzet van een re-integratiemiddel tijdens de WW-uitkering. Het gaat hier om re-integratiemiddelen die de beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt in de weg staan en/of van invloed zijn op de sollicitatieplicht. Meer informatie hierover is te vinden in hoofdstuk 4. Verantwoordelijkheid re-integratie en hoofdstuk 5. Ontheffing sollicitatieplicht.
Daarnaast is UWV verantwoordelijk voor de handhavingstaak. Meer informatie hierover is te vinden in hoofdstuk 7. Controle en maatregelen.
Tot slot heeft UWV een wettelijke taak om aan alle mensen met een WW-uitkering dienstverlening aan te bieden, ongeacht of ze afkomstig zijn uit de marktsector of uit de overheidssector.
De werkloze overheidswerknemer moet ook zijn sollicitatieactiviteiten doorgeven in de Werkmap. Meer informatie hierover is te vinden in hoofdstuk 4. Verantwoordelijkheid re-integratie en in hoofdstuk 7. Controle en maatregelen.