Voorwaarden adoptie-uitkering en pleegzorguitkering

U kunt de uitkering krijgen in deze situaties:

• U heeft een werkgever en bent verplicht verzekerd voor de Ziektewet.
• U heeft 1 van deze uitkeringen: WW-uitkering, Ziektewet-uitkering of loongerelateerde WGA-uitkering.
• U bent vrijwillig verzekerd voor de Ziektewet.
• Uw dienstverband is gestopt, of uw WW- of Ziektewet-uitkering is gestopt. En u adopteert het kind binnen 10 weken daarna. Of het pleegkind komt binnen 10 weken daarna bij u in huis.
• U werkt als zorgverlener voor iemand met een persoonsgebonden budget (pgb).

Als uw dienstverband stopt tijdens het adoptie- of pleegzorgverlof, houdt u uw adoptie-uitkering of pleegzorguitkering.

U krijgt geen adoptie-uitkering en pleegzorguitkering in de volgende situaties:

• U bent zzp’er.
• U werkt mee in het bedrijf van uw partner.
• U heeft een zelfstandig beroep. Zoals freelancer, huisarts, alfahulp of particuliere hulp die minder dan 4 dagen per week werkt. Of u bent medeaandeelhouder.

U krijgt ook geen pleegzorguitkering als u pleegouder bent voor crisisplaatsing.

Bewijs van adoptie nodig

Om de adoptie-uitkering te krijgen, heeft u 2 bewijsstukken van adoptie nodig.

Ten eerste een document waarin staat dat de adoptie doorgaat. En vanaf welke datum het kind bij u in huis komt. Zoals een verklaring van de adoptie-instelling.

Plus 1 van deze documenten:

• een bewijs van inschrijving van uw adoptiekind in de Basisregistratie Personen (BRP)
• een melding bij de Vreemdelingenpolitie
• een machtiging tot voorlopig verblijf van uw kind in Nederland. U vraagt deze aan bij de Nederlandse ambassade in het geboorteland van uw adoptiekind.

Bewijs van pleegzorg nodig

Om de pleegzorguitkering te krijgen, heeft u deze bewijsstukken van pleegzorg nodig:

• een document waarin staat dat de pleegzorg doorgaat. En vanaf wanneer het kind bij u in huis komt. Bijvoorbeeld het pleegcontract.
• een bewijs van inschrijving van het kind in de Basisregistratie Personen (BRP)

Naast de pleegzorguitkering zijn er nog andere vergoedingen, bijvoorbeeld de pleegvergoeding. Die vraagt u aan bij de organisatie die het kind bij u plaatst.