Het aantal 65-plussers neemt de komende jaren verder toe, terwijl het aantal mensen in de “werkende leeftijden” stagneert. In 2035 zal naar verhouding bijna een kwart van de Nederlandse bevolking 65 jaar of ouder zijn (ca. 20% in 2022), volgens het CBS. De enorme pensioneringsgolf houdt nog wel tot 2040 aan, waarmee de verhouding tussen werkenden en de 65-plussers steeds ongunstiger wordt.

Marjon van Delft, arbeidsmarktadviseur UWV: ‘De groep ouderen wordt niet alleen groter, maar ook de gemiddelde leeftijd komt steeds hoger te liggen. Deze dubbele vergrijzing zal overal in Nederland toenemen. Mede doordat ouderen langer zelfstandig blijven wonen, zorgt dit voor een andere vraag op de arbeidsmarkt en een stijging van de zorg-gerelateerde behoefte.’

Demografische factoren zijn niet allesbepalend voor de omvang van de potentiële beroepsbevolking. Van Delft: ‘Er zijn verschillende oplossingen die invloed kunnen uitoefenen, nu en in de toekomst. Daarbij kan breed gedacht worden, bijvoorbeeld op het gebied van nieuw talent aanboren, werk anders organiseren en behoud van mensen op de arbeidsmarkt. Voor werkgevers is het nu cruciaal om te starten met de voorbereiding op deze nieuwe situatie waarin zij dezelfde hoeveelheid werk moeten doen met minder mensen.’

Eén van de oplossingen is het aanboren van nieuw talent. Personeel werven in de zorg is een pittige opgave, tegelijkertijd zijn er mensen die maar moeilijk aan het werk raken. Met een bredere blik op competenties zijn andere kandidaten aan te trekken die in eerste instantie niet in beeld waren. Teamleider Gré Westerbaan van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) vond hierin de oplossing: mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een plek aanbieden als ondersteuning.

‘Een paar jaar geleden kwamen we met onze afdeling cardiologie in de knel. Het is daar fysiek vrij zwaar werk, vooral bij het departement zorg. Aangezien we een wat ouder team hebben, was de uitval hoger en bleek het niet makkelijk om de tekorten op te vangen. Toen ik echt met mijn handen in het haar zat, besloot ik samen met het banenbureau van het ziekenhuis te overleggen. We kwamen op het idee om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een plek te bieden, om onze afdeling te ondersteunen. Vervolgens zocht ik contact met UWV voor advies. Ik had helemaal geen ervaring met deze doelgroep. Ik kreeg bijvoorbeeld voor het eerst te horen over proefplaatsingen en loondispensatie, bedoeld om mensen met een Wajong-uitkering te helpen. Nadat we een vacature hadden uitgezet voor afdelingsassistent, gericht op de doelgroep, kwamen de eerste kandidaten binnen. Ofwel via UWV, ofwel op eigen initiatief. Bij zo’n vacature moet je denken aan flexibele werktijden en de boodschap dat kandidaten geen eindverantwoordelijkheid hebben.’ Het was eigenlijk meteen een succes: de eerste kandidaat is binnen een aantal maanden doorgestroomd naar zelfstandig voedingsassistent. En dat is met nog twee kandidaten gebeurd.