Voor een proefplaatsing gelden een aantal voorwaarden.
De werknemer heeft 1 van deze uitkeringen van UWV:
En 1 van deze situaties geldt:
Werknemers en werkgevers vullen samen het formulier Aanvraag proefplaatsing in.
Als de werknemer bij de overheid of in het onderwijs werkt, dan gebruikt deze het formulier Aanvragen toestemming proefplaatsing tijdens WW.
Wij laten meestal binnen 2 weken weten of de proefplaatsing mag. Soms duurt het langer, bijvoorbeeld doordat wij onderzoek moeten doen naar passend werk. Als onderzoek nodig is, laten wij dat weten per brief.
Iedereen met een uitkering van UWV kan een proefplaatsing krijgen. Maar in deze situaties kan het niet:
Als de proefplaatsing niet mag, sturen wij altijd een brief met een duidelijke reden aan de werknemer en werkgever.
De uitkering kan stoppen tijdens de proefplaatsing, bijvoorbeeld doordat de maximale duur van de uitkering is bereikt. De werknemer kan dan wel doorgaan met de proefplaatsing.
Als de werknemer ziek wordt, dan kan de proefplaatsing worden verlengd met de tijd dat de werknemer ziek was. Werknemer en werkgever maken daar samen afspraken over. Daarbij geldt altijd dat de proefplaatsing niet langer dan 6 maanden mag duren. Verlenging kan alleen bij ziekte, niet bij vakantie.
Soms is meer tijd nodig om te bepalen of de werknemer het werk aankan. De werkgever geeft dit dan aan op het aanvraagformulier. Wij geven door hoeveel langer de proefplaatsing mag duren. De persoonlijke situatie en de ernst van een ziekte of beperking wegen mee. Een proefplaatsing mag maximaal 6 maanden duren.
Het dienstverband na proefplaatsing duurt minimaal 6 maanden en heeft evenveel uren als de proefplaatsing. Meer mag ook. Na een proefplaatsing kan de werkgever geen proeftijd meer afspreken met de werknemer.