Bij overlijden stopt de uitkering op de dag na het overlijden. De nabestaande geeft het overlijden zo snel mogelijk door aan de gemeente. De gemeente geeft het weer door aan ons. Wij beoordelen daarna of de nabestaanden een overlijdensuitkering krijgen. Zij krijgen hierover een brief.
Nabestaanden zijn:
- de partner, of als die er niet is;
- de minderjarige kinderen, of als die er niet zijn;
- degene met wie de overledene in gezinsverband woonde op hetzelfde adres volgens de Basisregistratie Personen (BRP).
De overlijdensuitkering is 1 maand bruto-uitkering. De nabestaande hoeft geen belasting of premies over de uitkering te betalen. Het kan zijn dat de netto-uitkering na het overlijden nog een tijdje is doorbetaald. In dat geval trekken wij de te veel betaalde uitkering van de overlijdensuitkering af.