Uw werknemer kan betaald ouderschapsverlof opnemen als 1 van de volgende situaties geldt:

  • Uw werknemer is de wettelijke ouder:
    • Uw werknemer is de moeder of de vader.
    • Uw werknemer is de adoptieouder.
    • Uw werknemer heeft het kind erkend.
  • Uw werknemer is niet de wettelijke ouder maar woont met het kind samen, verzorgt het en voedt het op. Bijvoorbeeld een familielid of stiefouder. Of uw werknemer is de pleegzorgouder.

Daarnaast geldt het volgende:

  • Uw werknemer heeft nog minimaal 1 week over van het onbetaalde ouderschapsverlof.
  • Uw werknemer heeft minimaal 1 keer het aantal uren van zijn werkweek betaald ouderschapsverlof opgenomen.
  • Uw werknemer neemt het betaald ouderschapsverlof op binnen 1 jaar na de geboorte van het kind. Of binnen 1 jaar na opname in het gezin, als het om een adoptie- of pleegkind gaat en het kind nog geen 8 jaar is.
  • Neemt uw werknemer geen of niet alle 9 werkweken betaald ouderschapsverlof op, dan kan deze de niet opgenomen weken opnemen als onbetaald ouderschapsverlof.