Bent u ziek geworden in de periode die ligt tussen 6 tot 4 weken voor de dag na de uitgerekende datum (de flexibiliseringsperiode)? Dan krijgt u in deze periode een Ziektewet-uitkering. Als uw zwangerschapsverlof begint, krijgt u een zwangerschapsuitkering.

Wij trekken het aantal dagen dat u ziek bent in de flexibiliseringsperiode af van uw verlofperiode na de bevalling. Uw bevallingsverlof stopt dan waarschijnlijk eerder dan u had gepland.

Voorbeeld

Marije heeft een WW-uitkering en is 1 juli uitgerekend. Haar zwangerschapsverlof mag ingaan tussen 6 en 4 weken voor 2 juli. Dus in de periode van 21 mei tot en met 4 juni (de flexibiliseringsperiode). Haar verlof gaat in op 4 juni.

Op 25 mei is Marije ziek geworden. Ze is op 1 juni weer beter. Ze is dan 7 dagen ziek in de flexibiliseringsperiode.

Marije krijgt daarom van 25 mei tot en met 31 mei een Ziektewet-uitkering. Van 1 tot en met 3 juni krijgt ze weer haar WW-uitkering. Vanaf 4 juni begint haar zwangerschapsverlof en krijgt ze een zwangerschapsuitkering.

Marije was 7 dagen ziek in de flexibiliseringsperiode. Dit was van 25 tot en met 31 mei. Deze dagen gaan af van haar bevallingsverlof. Haar bevallingsverlof duurt dus 7 dagen korter.