Bent u wegens bedrijfseconomische redenen ontslagen? En wil uw werkgever binnen 26 weken na afloop van uw arbeidsovereenkomst weer iemand inzetten voor uw vroegere werkzaamheden? Dan moet hij eerst u dit werk aanbieden, tegen de voorwaarden die gebruikelijk zijn bij uw werkgever. Dit heet de wederindiensttredingsvoorwaarde.

Deze voorwaarde staat in de wet en hoeft dus niet in de arbeidsovereenkomst of een cao te zijn afgesproken. Ook als u payroll-werknemers bent of uitzendkracht, geldt de wederindiensttredingsvoorwaarde. In het laatste geval is het uitzendbureau de werkgever die u weer in dienst moet nemen. De wederindiensttredingsvoorwaarde geldt niet bij ontslag met wederzijds goedvinden of na afloop van een tijdelijke arbeidsovereenkomst.

UWV heeft geen rol bij controle op de wederindiensttredingsvoorwaarde. U moet dat dus zelf in de gaten houden. Bijvoorbeeld door vacatures van uw oude werkgever te bekijken of door contact te houden met uw oud-collega’s.

Wat kunt u doen?

Houdt uw werkgever zich niet aan deze voorwaarde? Dan kunt u de kantonrechter verzoeken om het ontslag ongedaan te maken of – in plaats daarvan – verzoeken om een vergoeding, die uw werkgever u moet betalen. Dit heet een billijke vergoeding.

Als de rechter het ontslag ongedaan maakt, dan bent u al die tijd bij de werkgever in dienst gebleven en is uw arbeidsovereenkomst blijven doorlopen. U kunt via de kantonrechter ook aanspraak maken op het achterstallige loon over deze periode. Kreeg u in deze periode al een WW-uitkering, dan moet u de teveel ontvangen uitkering terugbetalen.

Meer informatie vindt u hier: Wederindiensttredingsvoorwaarde (pdf, 281 kB)