Mensen met een (theoretisch) verlies aan verdiencapaciteit van minder dan 35% krijgen geen WIA-toekenning (of verlenging van hun Ziektewet-uitkering). Van hen wordt verwacht dat zij hun werk kunnen behouden of nieuw werk kunnen vinden. Een aanzienlijk deel van deze ‘35-minners’ komt echter niet aan het werk.
Dit rapport beschrijft de situaties van 35-minners, hun welbevinden, hun behoefte aan dienstverlening, en ervaringen met de dienstverlening die ze daadwerkelijk krijgen. Het onderzoek is uitgevoerd door onderzoeksbureau Regioplan op basis van 45 interviews met 35-minners, gesprekken met 15 UWV-professionals, 5 werkgevers en 5 gemeentelijk beleidsadviseurs. De gesproken 35-minners kregen een WIA-claimbeoordeling of Ziektewetbeoordeling in 2021.
- ‘De’ 35-minner bestaat niet: zij hebben zeer uiteenlopende verhalen, aandoeningen en behoeften:
- Wat betreft kwaliteit van leven kunnen sommige 35-minners de aandoening of ziekte relatief snel accepteren of herstelt snel genoeg om het inkomensverlies op te vangen. Anderen ervaren de ziekte juist als zeer zwaar en belemmerend en komen vaak niet aan het werk. Zij krijgen vaak te maken met een stapeling van problemen op het gebied van inkomen, levensstijl, mobiliteit en het sociale netwerk. De inkomensachteruitgang brengt een deel van de niet-werkende 35-minners in financiële problemen of zelfs in de schulden.
- De meeste 35-minners willen wel werken, maar kunnen dat (regelmatig) niet.
- 35-minners hebben een sterke ondersteuningsbehoefte, vergelijkbaar met personen die wél een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangen.
- Geïnterviewde 35-minners zijn overwegend negatief over (het gebrek aan) dienstverlening van UWV vlak vóór en tijdens de WIA-claimbeoordeling. Ze geven aan rondom de claimbeoordeling behoefte te hebben aan meer, persoonlijker, fysiek, en empathisch(er) contact, heldere informatie, en ondersteuning bij technische handelingen. Cliënten hebben regelmatig wél positieve ervaringen met het gesprek met de arbeidsdeskundige.
- De re-integratiedienstverlening in de WW, ná de claimbeoordeling, ervaren cliënten als positief. Het gaat dan zowel om de persoonlijke begeleiding van Werkbedrijf in de WW, als om de ingekochte dienstverlening bij re-integratiebedrijven. 35-Minners zijn zelfs zeer positief over de re-integratietrajecten die UWV vanaf 2019 kan inkopen voor 35-minners in de WW.
- Voor veel 35-minners is de beoordeling een zeer ingrijpend moment, soms zelfs traumatisch. Zij zijn – meer dan andere mensen met een arbeidsbeperking – vaak ‘vechtend in ontregelen’. Dat betekent dat zij zich vaak onvoldoende gehoord voelen door instanties, artsen en hun sociale omgeving.
- De re-integratie wordt bemoeilijkt wanneer deze niet snel effectief kan worden opgestart: bijvoorbeeld als de 35-minner zich niet erkend voelt in zijn ziekte en hij daardoor bezwaar aantekent tegen de uitslag van de beoordeling, hij lang moet wachten op zijn WIA-claimbeoordeling, of als er tijdens de eerste twee ziektejaren weinig/geen re-integratie inspanningen zijn verricht.
- Werkgevers weten zelf vaak niet of zij werknemers in dienst hebben die 35-minner zijn (geweest), ook gemeenten herkennen de 35-minners niet als aparte doelgroep met bijbehorende ondersteuningsbehoefte.
- Mogelijkheden om de ondersteuning te verbeteren zijn o.a. het creëren van realistischere verwachtingen richting de beoordelen, betere communicatie, vroegtijdige ondersteuning, vermnderen van wachttijden voor de WIA-claimbeoordeling en het (verder) verbeteren van de aansluiting tussen het aanbod en de kenmerken van 35-minners.
Ongeveer gelijktijdig met de uitvoering van dit onderzoek zijn nog twee onderzoeken naar 35-minners uitgevoerd in opdracht van UWV: "Afgewezen voor een WIA-uitkering: tussen wal en schip?" en "Evaluatie van AG-dienstverlening aan 35-minners". De belangrijkste resultaten van de drie onderzoeken zijn samengevat in een syntheserapport “Wel Ziek, Geen WIA” geschreven door UWV.