Mensen met een (theoretisch) verlies aan verdiencapaciteit van minder dan 35% krijgen geen WIA-toekenning (of verlenging van hun Ziektewet-uitkering). Van hen wordt verwacht dat zij hun werk kunnen behouden of nieuw werk kunnen vinden. Een aanzienlijk deel van deze ‘35-minners’ komt echter niet aan het werk. In de periode 2015-2021 komen er jaarlijks ongeveer 27.000 nieuwe 35-minners bij.
Dit rapport beschrijft de situatie en de kenmerken van deze personen, hun bewegingen op de arbeidsmarkt en uitkeringsafhankelijkheid. Het onderzoek is uitgevoerd door onderzoeksbureau SEOR en maakt gebruik van administratieve gegevens van UWV en CBS. De bevindingen zijn voornamelijk gebaseerd op mensen die in 2015 ’35-min’ werden. Hen kunnen we al wat langer volgen op de arbeidsmarkt.
- Het laatstverdiende loon lijkt meer bepalend voor de indeling in de verzekeringsklasse (35-min, 35-80, 80-100) dan de gezondheidstoestand van een persoon (afgemeten aan de zorgkosten). Zeker tussen 35-minners en 35-80’ers zit weinig verschil in zorgkosten op het moment van de WIA-aanvraag.
- 35-minners hebben vaker een laag uurloon, vaker een fysiek zwaar beroep, deden zij vaker flexibel werk, zijn vaker praktisch opgeleid, hebben vaker schulden en hebben vaker een migratieachtergrond in vergelijking met personen met een gedeeltelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering (WGA 35-80).
- Na de 35-min beoordeling slaagt ongeveer de helft van de 35-minners erin om werk te behouden of nieuw werk te vinden, wat weinig verschilt van mensen met een WGA 35-80 uitkering. Eén op de drie 35-minners slaagt er in om 65% van het laatstverdiende loon (hun minimaal resterende verdiencapaciteit) te verdienen.
- Ongeveer 1 op 7 van de WIA 35-minners stroomt binnen een jaar na de claimbeoordeling toch de WIA in. Het is waarschijnlijk dat deze groep succesvol bezwaar aantekent tegen de oorspronkelijke beoordeling, dat was met de voor dit onderzoek beschikbare gegevens niet te toetsen.
- Van de 35-minners die na de initiële WIA-beoordeling weer een nieuwe WIA- beoordeling krijgen, worden relatief veel jongeren, mensen met een laag huishoudinkomen, en mensen met een migratieachtergrond (nogmaals) 35min verklaard.
Ongeveer gelijktijdig met de uitvoering van dit onderzoek zijn nog twee onderzoeken naar 35-minners uitgevoerd in opdracht van UWV: "Evaluatie van AG-dienstverlening aan 35-minners" en "Als het kon, zou ik het doen". De belangrijkste resultaten van de drie onderzoeken zijn samengevat in een syntheserapport "Wel ziek, geen WIA" geschreven door UWV.