De coronacrisis heeft niet alleen grote impact op de horeca en de detailhandel, maar ook op de sector cultuur, sport & recreatie. Theaters en musea moesten de deuren sluiten en mochten in de zomer maar met een beperkt aantal bezoekers weer open. Ook konden veel evenementen niet doorgaan. Na de persconferentie van 28 september, met de nieuwe aangekondigde strengere maatregelen, zijn de vooruitzichten niet goed.

Het aantal nieuwe WW-uitkeringen voor beroepen in de cultuur, sport & recreatie, de detailhandel en de horeca is met afstand het snelst gestegen, waardoor de totale WW-stand snel is opgelopen.

De horeca is een van de zwaarst getroffen sectoren. Van half maart tot juni moesten horecazaken door de afgekondigde maatregelen hun deuren sluiten. En ook nu, met de nieuwe maatregelen die gelden sinds 14 oktober, wordt de horeca weer hard geraakt. De impact op de werkgelegenheid in de horeca is dan ook groot. Vooral het aantal oproepkrachten is in het voorjaar fors gedaald. Ook daardoor is het aantal WW-uitkeringen voor horecaberoepen tussen maart en juni enorm gestegen, voor zowel keukenpersoneel als de bediening.

Een andere sector die zwaar is getroffen, is de sector cultuur, sport & recreatie. In culturele beroepen, zoals uitvoerend en beeldend kunstenaars (bijvoorbeeld musici, zangers, componisten, dansers, regisseurs, producenten, schilders en beeldhouwers) werken veel zelfstandigen. Ook sportinstructeurs werken vaak als zelfstandige. Zelfstandigen komen niet in aanmerking voor een WW-uitkering of de NOW-regeling, maar wel voor de TOZO-regeling.

De impact van de coronacrisis is goed te zien in het vacatureverloop: het aantal openstaande vacatures daalde met bijna de helft, van 4.100 eind 2019 naar 2.100 halverwege 2020.

In de detailhandel sloten veel ondernemers hun winkels en werknemers kwamen op straat te staan. Vooral tussen maart en juni 2020 steeg het aantal mensen met een WW-uitkering in de detailhandel-beroepen flink. 

Wel zijn er verschillen tussen de segmenten in de sector. De detailhandel food (supermarkten en speciaalzaken) doet het nog altijd goed. In de non-food daalde het aantal werknemers juist. Het gaat hier voor een groot deel om mensen met een oproepcontract. Vooral kleding- en schoenenwinkels voelen de pijn.

Een stijging van WW-uitkeringen in de bouw tijdens de wintermaanden is een standaard gegeven. Normaal gesproken daalt dat aantal weer in maart of april. Maar door de coronacrisis zette de stijgende lijn in april door. Pas vanaf mei daalde het aantal WW-uitkeringen voor bouwberoepen. Toch is het aantal mensen met een WW-uitkering vanuit de bouw in augustus 2020 35% hoger dan in augustus 2019.

Het aantal werknemers in de industrie is door de coronacrisis licht afgenomen. De krimp zat vooral bij de tijdelijke en oproepkrachten. Mogelijk zijn ontslagen voorkomen door de NOW-regeling. Wel zijn er verschillen tussen de deelbranches. In de levensmiddelenindustrie is het aantal werknemers juist toegenomen. In de metaalindustrie, de chemische industrie en de overige industrie nam het aantal werknemers licht af. Het aantal voor industrieberoepen is gedaald.

Toch zijn goede vakmensen nog steeds moeilijk te vinden. Voorbeelden hiervan zijn:

• monteurs elektro
• operators in de proces- en voedingsindustrie
• CNC-verspaners
• werkvoorbereiders
• ontwerpers-constructeurs
• PLC-programmeurs (ontwerpers van industriële automatisering)