Rob Witjes is hoofd van de afdeling Arbeidsmarktinformatie en -advies bij UWV. Hij speelt een sleutelrol in het analyseren en delen van arbeidsmarktinformatie op landelijk, regionaal en sectoraal niveau.

Zijn expertise wordt regelmatig ingezet bij vragen over arbeidsmarktkrapte en het aantrekken en behouden van talent in een veranderende economie. Hij geeft ook presentaties en publiceert inzichten over de arbeidsmarkt om werkgevers en medewerkers te ondersteunen.

‘Voordat ik inga op de uitdagingen van onze arbeidsmarkt, wil ik zeggen dat er óók veel goed gaat. Er zijn nog nooit zoveel mensen aan het werk geweest. De arbeidsparticipatie in Nederland is ongekend hoog en een van de hoogste van Europa. Maak je een top vijftig van de arbeidsmarktcijfers tussen 1975 en 2024, dan komt 2024 op de derde plaats – achter 2023 en 2022. Dus we hebben al twaalf kwartalen op rij een enorm lage werkloosheid met meer vacatures dan werklozen. Dat is niet meer voorgekomen sinds de periode tussen 1969 en 1971.

Dat gezegd hebbende lopen we vast aan de vraagzijde. Werkgevers kunnen veel vacatures niet vervullen. En doordat de komende tien jaar meer mensen met pensioen gaan en er relatief minder kinderen geboren worden, kan die krapte wel eens langdurig zijn. Daarnaast is er werkverandering door technologische vernieuwingen.

Enerzijds kan de krapte verminderen doordat bedrijven steeds meer technologie inzetten. Anderzijds voorzie ik dat mensen niet meekomen met die snelle technologische veranderingen. Door onvoldoende begeleiding, of omdat ze onvoldoende in staat zijn om die technologie in hun werk toe te passen. Dan ligt een grotere werkdruk op de loer, omdat het werk verandert en er minder mensen overblijven om het werk te doen. Met meer verloop en verzuim als gevolg. Uit onderzoeken blijkt dat verzuim een van de grootste gevolgen van de krapte is. En ik voeg daar nog verloop aan toe. Dus dat mensen ergens anders gaan kijken, omdat ze denken dat ze daar beter aan de slag kunnen.’

‘Mijn voorgangers in deze serie hebben al verschillende oplossingen voor de problemen op de arbeidsmarkt aangedragen, waaronder aandacht voor meer hoogwaardig werk en omscholing, de verleiding naar kansrijk werk, de juiste begeleiding van werk naar werk en het skills-paspoort. Ik voeg hieraan toe dat we de arbeidsmarktkrapte kunnen bevechten door meer aandacht te besteden aan het boeien van mensen en ze te laten groeien. Investeer in de werksfeer, ontwikkeling en het werkgeluk van je werknemers. En dan gaat het mij niet om een kerstborrel of een personeelsuitje.

Geef je medewerkers meer autonomie en de middelen om zich te ontwikkelen, dan groeit hun (zelf)vertrouwen en worden ze energieker, gelukkiger en productiever.

Dit klinkt misschien soft, maar uit onderzoek blijkt dat werknemers graag aandacht krijgen van hun leidinggevende en betrokken willen worden bij veranderingen. Dus de gouden knop waar werkgevers komende jaren aan moeten draaien zit ’m in deze sociale innovatie: boeien en (laten) groeien. Geef je medewerkers meer autonomie en de middelen om zich te ontwikkelen, dan groeit hun (zelf)vertrouwen en worden ze energieker, gelukkiger en productiever. Wanneer hun werk aansluit bij hun talenten en ambities, stijgt bovendien hun effectiviteit en creativiteit.’

‘Ga als werkgever in gesprek met je personeel en doe regelmatig een werkbelevingsonderzoek onder medewerkers. In TNO-onderzoek geeft ongeveer dertig procent van de werknemers aan dat ze niet al hun talenten benutten op de werkvloer. Dus drie op de tien werknemers gebruiken niet hun volledige potentieel. In een productieomgeving lijkt dat misschien lastiger dan bijvoorbeeld in een kantooromgeving. Maar ook daar kan aandacht voor ontwikkeling zeker zorgen voor binding.

Gaat een medewerker toch weg? Zorg dan voor een exitgesprek om feedback op te halen. Dit zijn vaak waardevolle inzichten die je in je bedrijfsvoering mee kunt nemen. Heb je als werkgever alles gedaan om het maximale uit je medewerker te krijgen? En deelt die medewerker dat gevoel? Dan is uitstroom niet per se iets wat je krampachtig moet voorkomen. Als een medewerker de organisatie verlaat met een goed gevoel en toe is aan een volgende stap elders, dan heb je er als werkgever zelfs een ambassadeur bij. Diegene zal anderen bijvoorbeeld via LinkedIn aansporen bij jouw bedrijf te komen werken, of zelfs in zijn of haar plaats.

Maar kijk als werkgever ook of het écht nodig is om dan een nieuwe vacature uit te zetten. Wellicht kan het werk anders georganiseerd worden met het (onontdekt) talent van je huidige medewerkers. Naast de werkgevers zijn ook zéker werknemers zelf aan zet. Ze maken eigen keuzes en moeten kansen pakken om professioneel te groeien en zich uitspreken als ze ontevreden zijn met hun huidige functie.’

‘Met partijen in de regio hebben we nu twaalf werkcentra opgezet waar mensen terechtkunnen met vragen over werk. Uiteindelijk worden dat er 35 - in elke arbeidsmarktregio één. Daar kan iedereen met een vraag over werk terecht. In zo’n werkcentrum helpen we mensen bijvoorbeeld hun vaardigheden en competenties in kaart te brengen om ze hopelijk een stap verder te brengen in hun loopbaan. Werkenden en niet-werkenden kunnen zich er laten inspireren en begeleiding krijgen in hun zoektocht naar duurzaam werk en kansen voor de toekomst.’

Met Rob Witjes sluiten we de serie ‘Hoe fiksen we de arbeidsmarkt’ af. Volgend jaar gaan we van start met een nieuwe serie die gaat over AI en de arbeidsmarkt.

Meer van dit soort artikelen lezen? Meld u aan voor de nieuwsbrief van UWV Magazine en ontvang waardevolle artikelen over arbeidsmarkt en sociale zekerheid in uw inbox.