In oktober 2021 had u 10 werknemers in dienst. Uw totale loonsom was € 20.000 (10x € 2.000). Toen u NOW aanvroeg, verwachtte u een omzetverlies van 30%.

Uw tegemoetkoming wordt berekend op basis van een formule: A* x B x 3 x 1,3x 0,85
A*: verwachte omzetverlies
A: feitelijke omzetverlies%
B: referentieloon
C: feitelijke loonsom over januari, februari en maart 2022
3 = de periode van 3 maanden
1,3 = de verhoging van de loonsom met 30% voor extra werkgeverskosten
0,85 = de tegemoetkoming van 85%
De som ziet er zo uit:
0,3 x 20.000 x 3 x 1,3 x 0,85 = 19.890

U ontving een voorschot van 80% van dat bedrag, dat is € 15.912

Maar vlak na uw NOW-aanvraag zijn 3 van uw 10 werknemers uit dienst gegaan: 1 werknemer ging met pensioen en 2 vonden ander werk.

Uw loonsom in de maand januari 2022 was 14.000 (7 x 2.000). Zo ook in februari en maart 2022. Dus de loonsom in de NOW-periode januari, februari en maart 2022 bedraagt 3 x 14.000 = 42.000.

Omdat de loonsom in januari, februari en maart 2022 meer dan 15% lager is dan 3 x de loonsom van oktober 2021 verlagen wij de tegemoetkoming.

Die verlaging gaat als volgt:

  • Loonsom oktober 2021: € 20.000 x 3 = € 60.000
  • Feitelijke loonsom over de 3 maanden: 2 x € 14.000 = € 42.000
  • Verschil tussen 85% van € 60.000 en € 42.000 is € 9.000
  • Dit verschil wordt verhoogd met 30% voor extra werkgeverskosten en daarna vermenigvuldigd met 85% (de maximale tegemoetkoming). Dat is € 9.945.
  • Met dat bedrag moet de tegemoetkoming worden verlaagd.

In een formule ziet het er zo uit:
((0,85 x B x 3) – C) x 1,3 x 0,85
B = loonsom oktober 2021
C = loonsom januari, februari en maart 2022
((0,85 x 60.000) – 42.000) x 1,3 x 0,85 = 9.945
Met dit bedrag wordt de tegemoetkoming verlaagd.

Uw definitieve tegemoetkoming is dan: € 19.890 – 9.945 = 10.035

U ontving een voorschot van € 15.912. U moet daarom een deel van het voorschot terugbetalen: € 5.877