De raming voor 2023 laat wel een flinke stijging van de uitkeringslasten zien met 1.832 miljoen euro. Dit is een gevolg van de stijgende aantallen uitkeringen bij de WIA, WW en Wazo. Dit blijkt uit de vandaag gepresenteerde Juninota.

Nathalie van Berkel, raad van bestuurslid bij UWV: ‘Aan uitkeringen verwachten we dit jaar bijna 21,4 miljard euro uit te geven. Een groot deel gaat naar de arbeidsongeschiktheids- en ziekte- en zorg-uitkeringen. Hier geven we respectievelijk 14,2 miljard euro en 4,0 miljard euro aan uit. Vooralsnog blijft een faillissementsgolf uit en is er een historische krapte op de arbeidsmarkt. Dat zien we ook terug in een dalend aantal WW-uitkeringen. Voor 2023 zien we aan de ene kant stijgende aantallen uitkeringen en aan de andere kant aanhoudende krapte op de arbeidsmarkt. Deze steeds grotere mismatch vraagt om meer persoonlijke en integrale ondersteuning van mensen waarbij het versterken van de positie op de arbeidsmarkt centraal moet staan onder andere door scholing’.

Alle prognoses zijn sterk afhankelijk van actuele ontwikkelingen. Aangenomen wordt dat de invloed van de coronapandemie afneemt, maar onduidelijk is welk effect het stoppen van deze overheidssteun en de berekening van definitieve tegemoetkomingen voor werkgevers heeft. Daarnaast ontstaan nieuwe onzekerheden door de oorlog in Oekraïne die, bovenop de al forse wereldwijde inflatie, zorgt voor hogere energieprijzen.

In tegenstelling tot eerdere voorspellingen neemt het aantal WW-uitkeringen in 2022 verder af met 19.000 tot 173.000. Ten opzichte van 2021 dalen de WW-uitkeringslasten daardoor met 873 miljoen euro naar een niveau van bijna 2,7 miljard euro. Op basis van het CPB-basisscenario neemt het aantal WW-uitkering in 2023 weer toe met 20.000. De uitkeringslasten stijgen daardoor mee met 240 miljoen euro naar ruim 2,9 miljard euro.

Het totaal aantal uitkeringen voor de arbeidsongeschiktheidswetten stijgt zowel in 2022 als in 2023. Dit is vooral het resultaat van een stijging bij de WIA die hoger is dan de daling bij de WAO. Het vaker verstrekken van WIA-voorschotten vanwege een te late sociaal-medische beoordeling heeft in 2022 een verhogend effect op de in- en uitstroomcijfers. De verwachting is dat het aantal WIA-voorschotten in 2023 iets zal dalen. In deze Juninota is, op basis van de ramingen van begin mei, voor 2022 en 2023 rekening gehouden met een extra WIA-instroom van 1.500 vanwege arbeidsongeschiktheid als direct gevolg van corona. De totale uitkeringslasten voor de arbeidsongeschiktheidswetten stijgen in 2022 met 639 miljoen euro en in 2023 met 1.101 miljoen euro.

Bij de regelingen voor ziekte en zorg is sprake van een toename van de uitkeringslasten met 326 miljoen euro over 2022. Bij de Ziektewet is deze stijging van 29 miljoen euro, ondanks een daling van het aantal uitkeringen, een gevolg van indexatie. Bij de Wazo zien we de grootste stijging van de uitkeringslasten met 296 miljoen euro. Voornaamste reden is hier de invoering van de Wet betaald ouderschap (Wbo) per augustus 2022. De verhoging van het uitkeringspercentage van 50% naar 70% verklaart de afwijking ten opzichte van eerdere ramingen. Voor 2023 zorgt de invoering van deze nieuwe wet ook voor een verdere stijging met 409 miljoen euro.

Sinds april 2020 voert UWV de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) uit met als doel het zo veel mogelijk voorkomen van werkloosheid als gevolg van de coronacrisis. Gezien de huidige economische situatie en het achteraf vaststellen van de definitieve subsidie is het lastig de totale uitgaven voor de NOW te voorspellen. De eerste vaststelling van de definitieve tegemoetkomingen voor werkgevers die een aanvraag hebben gedaan voor de eerste periode van de NOW, die liep van maart tot en met mei 2020, is recent gedaan.

Met de Juninota schetst UWV actuele inzichten voor 2022 en 2023 in de verwachte ontwikkeling van de door UWV uitgevoerde wetten en fondsen. Met de prognoses voorziet UWV het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, het Centraal Planbureau en het ministerie van Financiën van cijfers voor de komende Rijksbegroting.