In 2015 is de Participatiewet ingevoerd. Sindsdien is de Wajong alleen nog toegankelijk voor jonggehandicapten die duurzaam geen arbeidsvermogen hebben. Zoals verwacht daalde de instroom van nieuwe Wajongers in de nieuwe Wajong 2015 daardoor sterk. Wat echter opvalt is dat de instroom in de Wajong 2015 elk jaar toeneemt, van 1.300 in 2015 tot 4.100 in 2020, en dat vraagt om een nadere verklaring. Een mogelijke reden voor de toename zit in het begrip duurzaamheid. Bij jongeren is het vaak niet mogelijk om vast te stellen of een beperking van de arbeidsmogelijkheden duurzaam is. In dat geval wordt een Wajong-aanvraag afgewezen. Later kan de arbeidsbeperking echter alsnog duurzaam blijken en dan wordt een heraanvraag toegekend.

In dit artikel hebben we onderzocht of deze zogenaamde secundaire instroom aanwezig is en wat de omvang daarvan is. Uit de analyse komt echter naar voren dat niet de secundaire instroom de belangrijkste reden is voor de stijging van de instroom in de Wajong 2015 tussen 2017 en 2020. De belangrijkste reden was de toename van de instroom van mensen die eerder waren afgewezen omdat ze nog studeerden.

  • Belangrijkste punten uit de analyse:
  • Circa 16% van de mensen die in de periode 2017–2020 zijn afgewezen voor de Wajong 2015, deden tot eind 2020 een heraanvraag die is toegekend.
  • 82% van de toegekende heraanvragen in de onderzochte periode zijn aanvragen van mensen die eerder zijn afgewezen omdat ze nog studeerden. Deze groep zorgde voor de helft van de stijging van de instroom tussen 2017 en 2020. Vanaf september 2020 is dat veranderd, omdat studie sindsdien geen afwijzingsgrond meer is.
  • 10% van de toekende heraanvragen in de periode 2017–2020 bestaat uit secundaire instroom. Bij deze mensen kon UWV bij de heraanvraag vaststellen dat ze duurzaam geen arbeidsvermogen hebben. Deze groep is verantwoordelijk voor 18% van de toename van de instroom tussen 2017 en 2020.
  • Het aandeel van de secundaire instroom is nog beperkt, maar stijgt snel. In 2017 bestond 0,5% van de instroom uit secundaire instroom; dat was in 2020 gestegen tot 4,1%. De secundaire instroom zal verder stijgen en ook het aandeel daarvan in de instroom zal toenemen.