In oktober hadden 3,7 miljoen mensen van 15 tot 75 jaar om uiteenlopende redenen geen betaald werk. Naast werklozen ging het om 3,3 miljoen mensen die niet recent hebben gezocht en/of niet direct beschikbaar zijn voor werk. Zij worden niet tot de beroepsbevolking gerekend. Het gaat voornamelijk om mensen die met pensioen zijn of niet kunnen werken vanwege ziekte of arbeidsongeschiktheid. In de laatste drie maanden is deze niet-beroepsbevolking met gemiddeld 8 duizend per maand afgenomen.
Om de conjuncturele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in verschillende landen te kunnen vergelijken, wordt gebruikgemaakt van de werkloosheidsindicator van de International Labour Organization (ILO). Volgens deze indicator zijn mensen werkloos als ze geen betaald werk hebben, maar daar wel recent naar hebben gezocht en direct beschikbaar zijn. Dit cijfer heeft betrekking op de bevolking van 15 tot 75 jaar. In april van dit jaar bereikte de werkloosheid met 3,2 het laagste percentage in de reeks met maandcijfers vanaf 2003. Daarna nam de werkloosheid toe naar 3,8 procent in september. In oktober is deze iets gedaald naar 3,7 procent.
Eind oktober 2022 verstrekte UWV 150 duizend lopende WW-uitkeringen. Dat is een daling van 1,6 procent ten opzichte van eind september. Daarmee is het aantal WW-uitkeringen na een heel lichte stijging in september weer gedaald tot onder het aantal van eind augustus. Vergeleken met een jaar eerder nam het aantal lopende WW-uitkeringen af met 49,6 duizend (-24,9 procent). In oktober 2022 kwamen er 16,4 duizend WW-uitkeringen bij en werden er 18,9 duizend WW-uitkeringen beëindigd.
De ontwikkeling van het aantal lopende WW-uitkeringen verschilt naar sector. Bij de meeste sectoren daalde het aantal lopende WW-uitkeringen ten opzichte van september, met als uitschieters onderwijs (-5,3 procent), bouw (-3,1 procent) en overheid (-2,9 procent). Bij de sector landbouw, groenvoorziening en visserij steeg het aantal WW-uitkeringen met 11,5 procent, wat aansluit bij het einde van het oogstseizoen. Bij de sector horeca en catering was na afloop van de zomermaanden ook een lichte stijging te zien (+0,7 procent).
Deze stromen maken duidelijk dat de werkloosheid niet alleen kan toenemen doordat werkenden hun baan verliezen, maar ook doordat mensen toestromen die eerder niet tot de beroepsbevolking behoorden. Zodra die gaan zoeken en beschikbaar zijn voor werk, horen ze ook tot de werklozen.
De aanwas vanuit de niet-beroepsbevolking (het saldo van in- en uitstroom) is doorgaans de belangrijkste factor bij de groei van het aantal werklozen. Tussen juni en september nam ook de instroom toe van werkenden die hun baan verloren, terwijl de stroom de andere kant op, van werkloos naar werkend, vrijwel niet veranderde. Dat resulteerde in augustus en september per saldo in een relatief kleine uitstroom van werklozen naar werk. In oktober daalde de stroom van werk naar werkloos, en nam de stroom van werkloos naar werk juist weer wat toe. Hiermee kwam het saldo van uitstroom van werklozen naar werk uit op 21 duizend.
Het saldo van de stromen vanuit de niet-beroepsbevolking naar werkloosheid was vanaf mei groter dan eerder dit jaar. Ook in september was dit saldo relatief hoog (49 duizend). In oktober daalde dit saldo naar 33 duizend. Dit resulteerde in een aanwas van werklozen van 12 duizend sinds juli, gemiddeld 4 duizend per maand. Door de afgenomen uitstroom naar werk en de toegenomen aanwas vanuit de niet-beroepsbevolking groeide de werkloosheid van 353 duizend in juli naar 365 duizend in oktober.