‘Voor de oorlog woonde ik bij mijn ouders in Charkov in Oost-Oekraïne. Ik had een goed leven, veel vrienden, een leuke baan als HR-recruiter. Ik was zelfverzekerd en zat vol toekomstplannen, wilde een opleiding tot software-ontwikkelaar gaan doen. En toen brak de oorlog uit. Met mijn moeder ben ik op de vlucht geslagen, mijn vader bleef achter. De eerste dagen konden we het treinstation niet bereiken omdat het luchtalarm elk uur afging. Uiteindelijk kwamen we – via een tussenstop bij familie in de Karpaten – in Praag terecht. Vanuit daar reisden we door naar Nederland. Alles bij elkaar waren we twee weken onderweg.

Gelukkig woont mijn broer Ilya al lang in Nederland. Hij werkt bij het softwarebedrijf Fizor en is met HR gaan praten of ze voor mij een plekje hadden. Toen ik in Nederland aankwam vroeg mijn broer of ik meteen wilde beginnen of eerst bij wilde komen.

Ik wilde zo snel mogelijk aan de slag. Werken was de beste afleiding van de oorlog, van de vreselijke dingen die ik heb gezien. Binnen twee weken werkte ik als recruiter bij Fizor. Ik voelde me er meteen thuis. De mensen zijn zo vrij en open en zo lekker direct. Ik heb ook echt het gevoel dat ik het bedrijf vooruit kan helpen met mijn specifieke manier van rekruteren, dat geeft me een fijn gevoel. Een van de eerste taken die ik kreeg was Oekraïense developers aannemen. Het is heel inspirerend dat ik nu de kans krijg om mijn landgenoten te helpen.’