1. Kijk wat het sociaal minimum voor een alleenstaande is.
  2. Kijk wat het maandloon van uw WW-uitkering of loongerelateerde WGA-uitkering is in de kalendermaand voor uw IOW-uitkering. Uw maandloon vindt u op uw betaalspecificatie.
    • Is 70% van uw maandloon lager dan het sociaal minimum voor een alleenstaande? Dan is uw IOW-uitkering ook lager dan dit sociaal minimum.
    • Is 70% van uw maandloon hoger dan het sociaal minimum voor een alleenstaande? Dan is uw IOW-uitkering gelijk aan dit sociaal minimum.
  3. Heeft u naast uw IOW-uitkering inkomsten zoals loon of inkomsten als zelfstandige? Dan trekt u 70% van die inkomsten af van uw IOW-uitkering.
  4. Heeft u nog andere inkomsten? Bijvoorbeeld een andere uitkering of een pensioen? Dan trekt u die inkomsten helemaal af van uw IOW-uitkering.

Voorbeeld:

Uw eerste WW-dag is 1 augustus 2019. U heeft recht op deze WW-uitkering tot en met 30 november 2021. Vanaf 1 december 2021 heeft u recht op een IOW-uitkering. U heeft geen andere inkomsten naast uw IOW-uitkering.

  1. Het sociaal minimum voor een alleenstaande is € 1.239,10 bruto. 
  2. Het maandloon van uw WW-uitkering over de maand november 2021 is € 2.000. 70% van uw maandloon is dan: 0,70 x € 2.000 = € 1.400. 70% van het maandloon van uw WW-uitkering in de kalendermaand voor uw IOW-uitkering is hoger dan het sociaal minimum voor een alleenstaande. Daarom is uw IOW-uitkering gelijk aan het sociaal minimum voor een alleenstaande.
  3. U heeft geen andere inkomsten naast uw IOW-uitkering. Daarom blijft deze gelijk aan het sociaal minimum voor een alleenstaande, in dit geval € 1.239,10 bruto. Uw IOW-uitkering bedraagt dan per maand € 1.239,10.