Om de hoogte van uw WAZ-uitkering te bepalen kijken we naar het volgende:
- Wat u nog kunt verdienen.
- Wat u zou verdienen als u niet arbeidsongeschikt geworden was.
Het verschil hiertussen bepaalt het arbeidsongeschiktheidspercentage.
Rekenvoorbeeld
Jaap kan € 2.000 verdienen als hij helemaal gezond is. Door zijn ziekte verdient hij nog maar € 1.200. Hij verdient dus € 800 minder. Dit is 40% van het loon dat hij kan verdienen als hij helemaal gezond is. Zijn arbeidsongeschiktheid is daarom 40%.
In de tabel ziet u dat bij de arbeidsongeschiktheid een percentage hoort. Met dit percentage berekenen we de WAZ-uitkering.
Jaap zijn arbeidsongeschiktheid is 40%. Zijn WAZ-uitkering is daarom 28% van de WAZ-grondslag. Met grondslag bedoelen wij: het gemiddelde bedrag dat u verdiende voordat u ziek werd. De grondslag kan nooit hoger zijn dan het minimumloon.
Arbeidsongeschiktheid | WAZ-uitkering |
---|---|
80% of meer | 75% van de WAZ-grondslag |
65 tot 80% | 50,75% van de WAZ-grondslag |
55 tot 65% | 42% van de WAZ-grondslag |
45 tot 55% | 35% van de WAZ-grondslag |
35 tot 45% | 28% van de WAZ-grondslag |
25 tot 35% | 21% van de WAZ-grondslag |
minder dan 25% | Geen recht op een WAZ-uitkering |
- U krijgt in mei vakantiegeld.
- In september krijgt u de Tegemoetkoming Arbeidsongeschikten.
Misschien kunt u een toeslag van UWV krijgen.
Uw situatie kan ook invloed hebben op de hoogte van uw WAZ-uitkering. Dit zijn een aantal voorbeelden:
- U werkt naast uw WAZ-uitkering.
- U ontvangt (pre)pensioen.
- U krijgt een toeslag van UWV of een toeslag van de Belastingdienst.
- U krijgt een hogere uitkering bij langdurige hulp of verzorging.
De hoogte van uw uitkering kan in de toekomst wijzigen. Bijvoorbeeld omdat uw situatie verandert. Geef daarom een wijziging in uw situatie altijd aan ons door.
U ontvangt de uitkering op de vaste WAZ betaaldatums.