De belangrijkste bevindingen zijn:
- Re‑integratieprofessionals laten zich in hun begeleiding van cliënten slechts in beperkte mate leiden door de ondersteuningsbehoefte van die cliënten.
- Re‑integratieprofessionals hebben sterk verschillende normatieve opvattingen (grondhoudingen) over de benadering en begeleiding van cliënten. Er zijn vijf grondhoudingen: een procedurele (‘regels zijn regels’), een werkgerichte (‘arbeid adelt’), een zorgende (‘heel de mens’), een lerende (‘leren zelf te re‑integreren’) en een faciliterende grondhouding.
- De aanwezige grondhouding heeft behalve met het type cliënt ook te maken met de beroepsmatige achtergrond en de persoonlijke opvattingen van de professional. Dit brengt een zeker risico van willekeur met zich mee.
- Meer zicht op de keuze van begeleidingsstijlen door de achterliggende normatieve opvattingen (grondhoudingen) van re-integratieprofessionals te verhelderen, kan een belangrijke stap vormen in de verdere professionalisering van het vak van de re‑integratiekundige.