Ondanks het feit dat de meeste professionals met gedrevenheid en toewijding hun werk doen, blijkt dat er weinig overeenstemming bestaat over wat goede re‑integratiebegeleiding is en wat geëigende methoden zijn om daarbij te hanteren. Re‑integratieprofessionals laten zich in hun begeleiding van cliënten meer leiden door de eigen normatieve opvattingen dan door de ondersteuningsbehoeften van cliënten.
Op basis van kwalitatief onderzoek onder 24 re-integratieprofessionals, werkzaam bij UWV, sociale diensten, arbodiensten en particuliere re‑integratiebureaus, zijn bij hen 5 grondhoudingen onderscheiden. De aanwezige grondhouding heeft behalve met het type cliënt ook te maken met de beroepsmatige achtergrond en de persoonlijke opvattingen van de professional. Om professionals meer inzicht te geven in de eigen normatieve opvattingen die met een grondhouding verbonden zijn is het reflectie-instrument MIRROR (Maastrichts Instrument voor Reflectie op Re-integratie Ondersteuning en Rolopvatting) ontwikkeld. MIRROR ondersteunt bij het in kaart brengen van de verschillen, het bespreken van de wenselijkheid ervan en reflectie op het eigen handelen.
Dit subsidieonderzoek (looptijd: 2010-2012) komt voort uit de subsidieronde 2010. Het is uitgevoerd door Caphri, Universiteit Maastricht, met subsidie van UWV.
Aan dit onderzoek is een artikel gewijd in een UWV Kennisverslag: UKV 2012-2 Variatie in re‑integratie.