Vanaf het eerste kwartaal van 2022 was de arbeidsmarkt zeer krap. Jeroen de Quillettes, arbeidsmarktadviseur bij UWV: “Het historische hoogtepunt van de krapte werd bereikt in het tweede kwartaal van 2022. Hoewel de arbeidsmarkt sindsdien afkoelde, bleef de arbeidsmarkt ‘zeer krap’ tot in het vierde kwartaal van 2023. Daar is nu een einde aan gekomen. Voor het eerst sinds eind 2021 is de arbeidsmarkt weer krap te noemen. Dat betekent nog wel dat het voor werkgevers lastig is om geschikt personeel te vinden.’

De daling van de spanning in het vierde kwartaal van 2023 heeft twee oorzaken. Het aantal openstaande vacatures daalde ten opzichte van het derde kwartaal van 416.800 naar 389.200 (- 6,6%). Het aantal vacatures daalde in alle sectoren, maar bovengemiddeld in de industrie, cultuur en horeca. Het aantal kortdurend WW’ers nam juist toe. Het aantal personen met een verstreken WW-duur van maximaal 6 maanden groeide ten opzichte van het kwartaal ervoor met 5,9%.

De daling van het aantal vacatures en de toename van het aantal kortdurend WW’ers gaan samen met een lichte economische krimp in het vierde kwartaal van 2023. Hierdoor hebben veel sectoren het iets lastiger. Werkgevers zijn tevens voorzichtiger geworden door de kostenstijgingen en geopolitieke ontwikkelingen.

De totale arbeidsmarkt was in het vierde kwartaal van 2023 niet langer zeer krap, maar krap. Voor 60 van de 93 beroepsgroepen blijft de arbeidsmarkt zeer krap. Voor 30 beroepsgroepen is de arbeidsmarkt krap. Hoewel de arbeidsmarkt voor de meeste beroepen nog (zeer) krap is, daalde de waarde van de Spanningsindicator voor 63 van de 93 beroepsgroepen die worden meegenomen in de berekening. Steeds meer beroepsgroepen komen dicht bij het omslagpunt tussen ‘zeer krap’ en ‘krap’.

De arbeidsmarkt blijft voorlopig krap. Er zijn veel inspanningen nodig van bedrijven en organisaties om het talent binnen te halen en te behouden. Creativiteit in het anders kijken naar talent is belangrijk. UWV kan een belangrijke rol vervullen in het faciliteren van het vinden van een nieuwe baan voor werkzoekenden en gemotiveerde kandidaten voor werkgevers. Dit kan UWV niet alleen. Daarom bundelen UWV en gemeenten de krachten in regionale werkcentra (RWC). Dit zijn fysieke locaties waar werkenden, werkzoekenden of werkgevers terecht kunnen voor hulp met het vinden van werk, omscholing of werknemers. Iedereen kan geholpen worden in een RWC ongeacht de uitkeringsrelatie. Inmiddels zijn er al acht RWC's. Dit moeten er 35 worden, in elke arbeidsmarktregio één.

De UWV Spanningsindicator berekent de spanning op de arbeidsmarkt in Nederland door het aantal vacatures te delen door het aantal WW’ers met een verstreken uitkeringsduur van minder dan 6 maanden. Zie het dashboard Spanningsindicator op Werk.nl/arbeidsmarktinformatie voor meer informatie over de methodiek achter de Spanningsindicator.