Het lage-inkomensvoordeel (LIV) is geldig tot de datum waarop de werknemer de AOW-leeftijd bereikt. Vanaf die datum hoeft een werkgever namelijk geen premies werknemersverzekeringen meer te betalen.

Recht op LIV

De werkgever heeft recht op het LIV als de werknemer in het jaar van de aanvraag ten minste 1248 verloonde uren bij de werkgever heeft gewerkt. Bereikt de werknemer in dat jaar de AOW-leeftijd en blijft hij daarna doorwerken? Dan tellen ook de verloonde uren na de AOW-datum mee om te bepalen of de werkgever recht op het LIV heeft.

Bereikt de werknemer in het begin van een kalenderjaar de AOW-leeftijd en stopt hij daarna met werken? Dan wordt de eis van 1248 uren waarschijnlijk niet gehaald. De werkgever heeft dan geen recht op het LIV.

Hoogte LIV

Om de hoogte van het LIV te berekenen, kijken we naar de periode in het kalenderjaar tot de datum waarop de werknemer de AOW-leeftijd bereikt. Alleen de verloonde uren in die periode tellen mee voor de hoogte van het LIV.

  • Valt de AOW-datum in het aangiftetijdvak? Dan verlengen we de periode met de rest van het tijdvak. Alle verloonde uren in dit tijdvak tellen dan mee.
  • Valt de AOW-datum op de eerste dag van het aangiftetijdvak? Dan tellen de verloonde uren in dit tijdvak niet mee.