Tot 1 januari 2020 werd de WW-premie berekend op basis van de sector waarin uw werknemer werkt. Sinds 1 januari 2020 wordt de WW-premie berekend op basis van het soort arbeidscontract. U betaalt dan een lage WW-premie of een hoge WW-premie. Dit heet premiedifferentiatie WW.

Wanneer betaal ik de lage WW-premie?

U betaalt de lage WW-premie voor werknemers met een vaste arbeidsovereenkomst. Het gaat dan om een arbeidsovereenkomst:

  • Die schriftelijk op papier of digitaal vastgelegd is.
  • Voor onbepaalde tijd is.
  • Die geen oproepovereenkomst is.

Als de arbeidsovereenkomst aan deze 3 voorwaarden voldoet, dan betaalt u de lage WW-premie. U betaalt sinds 1 januari 2020 ook de lage WW-premie in de volgende 3 situaties:

  1. Werknemer jonger dan 21 jaar
    Uw werknemer is jonger dan 21 jaar en u verloont maximaal 48 uur per aangiftetijdvak van 4 weken of 52 uur per aangiftetijdvak van een kalendermaand. Het maakt dan niet uit of het om een oproepovereenkomst gaat, of een arbeidsovereenkomst voor bepaalde of onbepaalde tijd.
  2. Praktijkovereenkomst beroepsbegeleidende leerweg (bbl)
    U sluit een praktijkovereenkomst en een arbeidsovereenkomst met een leerling die de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) volgt. U neemt de praktijkovereenkomst met een dagtekening op in uw administratie.
  3. (Ex-)werkgever of eigenrisicodrager
    U betaalt een uitkering op grond van de werknemersverzekeringen (WW, Ziektewet, WIA, WAO, WAZO) als (ex-)werkgever of als eigenrisicodrager.

Wanneer betaal ik de hoge WW-premie?

U betaalt de hoge WW-premie voor werknemers met een flexibele arbeidsovereenkomst. Daaronder vallen:

  • Werknemers die werken op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd.
  • Uitzendkrachten die een uitzendovereenkomst hebben met een uitzendbeding.
  • Werknemers met een fictief dienstverband.
  • Werknemers die werken op basis van een oproepovereenkomst.

Vaststelling premiepercentage voor de WW-premies

De premiepercentages worden jaarlijks vastgesteld door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Er worden 2 premiepercentages vastgesteld, waar altijd een verschil van 5 procentpunt tussen zit. Bekijk hier de actuele percentages.

Wat gebeurt er als de situatie van mijn werknemer verandert?

U moet in de aangifte loonheffingen aangeven of u voor uw werknemer de lage of de hoge WW-premie betaalt. Heeft u de lage WW-premie betaald, maar blijkt achteraf dat dit de hoge WW-premie moest zijn? Dan bent u zelf verantwoordelijk voor het herzien van de lage WW-premie. Doet u dat niet, dan moet u de hoge WW-premie met terugwerkende kracht betalen.

In de volgende situaties moet u alsnog de hoge WW-premie betalen:

Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd eindigt binnen 2 maanden
U heeft een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met uw werknemer gesloten. Deze arbeidsovereenkomst eindigt binnen of op 2 maanden na aanvang. Dit geldt ook als er in de periode van 2 maanden sprake is van 2 arbeidsovereenkomsten, die elkaar opvolgen zonder onderbreking.

Hoger loon dan overeengekomen
U betaalt uw werknemer meer uren dan in zijn arbeidsovereenkomst zijn opgenomen en het verschil met de verloonde uren is meer dan 30%.

Let op: Door de coronacrisis geldt deze regel tijdelijk niet. De lage WW-premie wordt over 2020 en in 2021 niet herzien bij overwerk. Hiermee wil de overheid onbedoelde gevolgen voorkomen in sectoren waar door het coronavirus veel overwerk nodig is. Deze uitzondering geldt niet bij een herziening met terugwerkende kracht over 2022 en later.

Lage WW-premie herzien in de aangifte loonheffingen

In het Kennisdocument Premiedifferentiatie WW van de Rijksoverheid leest u hoe u de lage WW-premie kunt herzien. In het Handboek Loonheffingen van de Belastingdienst wordt uitgelegd hoe u uw aangifte loonheffingen corrigeert.

Op Rijksoverheid.nl: WAB: WW-premie naar type contract vindt u meer informatie over premiedifferentiatie WW.