De ontslaggrond 'ernstig gewetensbezwaar' is opgenomen in artikel 7:669, lid 3 onderdeel f van het Burgerlijk Wetboek (BW). Daarin is bepaald dat het weigeren van de werknemer om de bedongen arbeid te verrichten wegens een ernstig gewetensbezwaar een redelijke grond vormt voor ontslag als aannemelijk is dat de bedongen arbeid niet in aangepaste vorm kan worden verricht. Daarnaast moet duidelijk zijn dat herplaatsing niet mogelijk is.
In de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel Wet werk en zekerheid (Wwz) is bij artikel 7:669, lid 3, onderdeel f, BW de volgende toelichting opgenomen:
'Onder een redelijke grond voor ontslag wordt tevens verstaan, het weigeren van een werknemer de bedongen arbeid te verrichten wegens een ernstig gewetensbezwaar (mits aannemelijk is dat de bedongen arbeid niet in aangepaste vorm kan worden verricht) en een verstoorde arbeidsverhouding die zodanig is dat het in stand laten van de arbeidsovereenkomst in redelijkheid niet van de werkgever kan worden gevergd. Ook hier geldt dat een werkgever aannemelijk moet maken dat er geen mogelijkheden zijn tot herplaatsing in een andere passende functie, al dan niet met behulp van scholing.'
Uit eerdere parlementaire stukken en jurisprudentie kan worden afgeleid dat van een 'ernstig gewetensbezwaar' sprake is als de werknemer een onoverkomelijk bezwaar heeft tegen de taak die hij van zijn werkgever moet uitvoeren. Naast religieuze overwegingen kunnen hieraan maatschappelijk erkende ethische en politieke motieven ten grondslag liggen. In de parlementaire stukken worden als voorbeeld genoemd: het drukken en verspreiden van uitgaven met een onzedelijk of kwetsbaar karakter, de aanleg van wegen door natuurgebieden, het verzekeren van bontjassen, het meewerken aan de bouw van een kerncentrale. Meer recente voorbeelden zijn de ambtenaar van de burgerlijke stand die geen homohuwelijk wil sluiten, de verpleegkundige die geen euthanasie of abortus wil assisteren, de mantelzorger die vanuit geloofsovertuiging geen mannen wil wassen.
Jurisprudentie
De ontslaggrond 'ernstig gewetensbezwaar' heeft sinds de invoering van de Wet werk en zekerheid (Wwz) op 1 juli 2015 nog niet tot jurisprudentie geleid. Aangenomen mag worden dat de (kanton)rechter bij een ontbindingsverzoek wegens een ernstig gewetensbezwaar aansluiting zoekt bij eerdere jurisprudentie. In het betreffende wetsartikel is immers aansluiting gezocht bij het oude recht, zo blijkt ook uit de Memorie van Toelichting: 'Op grond van het Ontslagbesluit geldt exact dezelfde regeling. We hebben hier dus niet beoogd om een wijziging aan te brengen in het geldende recht en om dat onderdeel van het Ontslagbesluit nu op te nemen in het Burgerlijk Wetboek.'
Het criterium 'ernstig gewetensbezwaar' speelt ook bij ontslag van ambtenaren. Enkele hieronder genoemde voorbeelden hebben dan ook betrekking op het ambtenarenrecht.
Voorbeelden uit de rechtspraak waarbij ernstige gewetensbezwaren een rol speelden:
- Niet werken op zondag
Een brugwachter wil niet werken op zondag vanwege zijn christelijke geloofsovertuiging. De vraag was of gedaagde een (erkend) gewetensbezwaarde is. De Centrale Raad van Beroep gaf aan dat het uitgangspunt voor het antwoord op deze vraag gelegen is in artikel 125b Ambtenarenwet (1929) waarin is bepaald dat de ambtenaar niet gehouden is tot dienstverrichting op voor hem op grond van zijn godsdienst of levensovertuiging geldende feest- en rustdagen, tenzij het dienstbelang dit onvermijdelijk maakt. (CRvB 17-11-1994, ECLI:NL:CRVB:1994:ZB5311).
- Gewetensbezwaren tegen opgedragen werkzaamheden
Een ambtenaar gaf te kennen gewetensbezwaren te hebben tegen (een deel van) zijn werkzaamheden, het verzamelen van politieke inlichtingen. Vastgesteld werd dat deze gewetensbezwaren structureel van aard zijn, en zodanig dat die een verdere uitoefening van zijn functie, of enige andere functie bij de organisatie, in de weg staan. De structureel door de ambtenaar gevoelde gewetensbezwaren tegen de hem opgedragen werkzaamheden rechtvaardigen de conclusie, dat het hem ontbreekt aan eigenschappen, mentaliteit en/of instelling die vereist zijn voor het op een goede wijze vervullen van zijn functie. Hij wordt ontslagen op grond van onbekwaamheid of ongeschiktheid voor het door hem beklede ambt, anders dan op grond van ziels- of lichaamsgebreken. (CRvB, 21 april 2016 ECLI:NL:CRVB:2016:1519).
- Geen gewetensbezwaar, maar opvatting van persoonlijke aard
Bezwaar tegen het dragen van een Melkert-pak — vanuit anti-autoritaire instelling bezwaar tegen het dragen van uniformen — is geen gewetensbezwaar maar een opvatting van persoonlijke aard. Het dragen van bedrijfskleding is algemeen aanvaard maatschappelijk gebruik. (CRvB, 15-11-2000, nr. 98/7696WW).
- Ambtenaar die weigert homostellen te trouwen
Een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand wordt ontslagen omdat hij weigert homostellen te trouwen. De rechtbank stelt dat indien iemand solliciteert op een functie, het in de rede ligt dat hij zich vooraf van de functie-eisen op de hoogte stelt en dat hij bereid en in staat is aan die functie-eisen te voldoen. De gemeente mocht er dus in redelijkheid van uit gaan dat de functie-eis dat een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand ook homohuwelijken dient te sluiten bij de ambtenaar bekend was en dat de ambtenaar ook aan die eis zou voldoen. Het had naar het oordeel van de rechtbank op de weg van de ambtenaar gelegen om deze kwestie expliciet aan te kaarten. (Rb Den Haag, 23-10-2013, ECLI: NL: RBDHA: 2013: 14133).
Meer informatie
Wilt u meer informatie over de regels met betrekking tot ontslag bij ernstig gewetensbezwaar? Neem dan contact op met de afdeling Arbeidsjuridische Dienstverlening van UWV via het klantcontactcentrum UWV: 088-8982050.
Interessante informatie: