De werknemer kan het resterende deel van het betaald ouderschapsverlof alleen gebruiken als die een nieuwe baan heeft. En het verlof nog binnen de periodes valt die voor dit verlof gelden. De  werknemer overlegt met de nieuwe werkgever wanneer die het verlof opneemt.

De ex-werkgever geeft aan ons door dat het contract van de werknemer is afgelopen via het formulier Doorgeven wijzigingen van werknemers die een Ziektewet- of WAZO-uitkering hebben (aangevraagd).

Aan de werknemer geeft de werkgever een verklaring mee waarin het aantal weken verlof staat waar die nog recht op heeft.

Gaat een ouder in loondienst werken bij een nieuwe werkgever, dan bespreken zij hoe de betaling gaat: rechtstreeks naar de ouder of naar de werkgever. De nieuwe werkgever doet schriftelijk 1 betaalverzoek. Dit doet die achteraf, nadat al het resterende verlof is opgenomen. De nieuwe werkgever hoeft de uitkering en het verlof dus niet opnieuw aan te vragen. Het formulier voor het betaalverzoek is te downloaden op het werkgeversportaal. 

Of de werkgever doet het betaalverzoek via Digipoort. 

Directeur-grootaandeelhouders (dga’s) en alfahulpen dienen zelf het betaalverzoek in.

Machtiging van werknemer nodig

Gaat de betaling van de uitkering via de nieuwe werkgever, dan stuurt die ons een machtiging. Daarop staan de gegevens van de werknemer en dat die akkoord gaat met de betaling aan de nieuwe werkgever. En ook de ingangsdatum van het betaalverzoek. De werknemer ondertekent het document.

De hoogte van de uitkering in de nieuwe baan blijft hetzelfde als in de oude baan. Een hoger of lager loon maakt daarbij niet uit.

Heeft de ouder nog geen nieuwe baan, dan kan die geen betaald ouderschapsverlof opnemen.