Bent u ziek geworden voor de 6 tot 4 weken voor de dag na de uitgerekende datum? Dan gelden er verschillende regels, afhankelijk van de oorzaak van uw ziekte.

Ziek door zwangerschap

Bent u ziek geworden door uw zwangerschap voordat uw zwangerschapsverlof begint? En is dit nog voor de periode van 6 tot 4 weken voor de dag na de uitgerekende datum (de flexibiliseringsperiode)? Dan heeft u in deze periode recht op een Ziektewet-uitkering. De hoogte van deze Ziektewet-uitkering is 100% van uw dagloon. Als uw zwangerschapsverlof begint, krijgt u een zwangerschapsuitkering.

Wij trekken het aantal dagen dat u ziek bent in de flexibiliseringsperiode af van uw verlofperiode na de bevalling. Uw bevallingsverlof stopt dan waarschijnlijk eerder dan u had gepland. 

Voorbeeld

Brenda heeft een WW-uitkering en is 1 juli uitgerekend. Haar zwangerschapsverlof mag ingaan tussen 6 en 4 weken voor 2 juli. Dus in de periode van 21 mei tot en met 4 juni (de flexibiliseringsperiode). Haar verlof gaat in op 4 juni.

Op 14 mei is Brenda ziek geworden door haar zwangerschap. Dat is nog voor de flexibiliseringsperiode. Zij is weer beter op 28 mei.

Van 14 tot en met 27 mei krijgt Brenda een Ziektewet-uitkering van 100% van haar dagloon. Dit zijn ziektedagen voor en in de flexibiliseringsperiode. Van 28 mei tot en met 3 juni krijgt Brenda weer haar WW-uitkering. Vanaf 4 juni krijgt zij een zwangerschapsuitkering.

Brenda was ziek van 14 tot en met 27 mei. De ziektedagen van 21 tot en /met 27 mei zijn ziektedagen in de flexibiliseringsperiode. Daarom gaan deze 7 dagen af van haar bevallingsverlof. Haar bevallingsverlof duurt dus 7 dagen korter.

Ziek door een andere oorzaak dan zwangerschap

Bent u ziek geworden voordat u met verlof gaat, en komt dit niet door uw zwangerschap? En is dit nog voor de flexibiliseringsperiode? Dan loopt uw WW-uitkering maximaal 13 weken door. Deze periode kan ook korter zijn dan 13 weken. De WW-uitkering stopt namelijk altijd 6 weken voor de dag na de uitgerekende datum. Bent u op dat moment nog ziek, en is uw zwangerschapsverlof nog niet ingegaan? Dan krijgt u een Ziektewet-uitkering totdat uw zwangerschapsverlof ingaat. U krijgt dan een zwangerschapsuitkering. Wij trekken het aantal dagen dat u ziek bent in de flexibiliseringsperiode af van uw verlofperiode na de bevalling. Uw bevallingsverlof stopt dan waarschijnlijk eerder dan u had gepland.

De WW-uitkering kan ook eerder stoppen als uw recht op WW eindigt. Of als u na die 13 weken nog ziek bent en uw zwangerschapsuitkering nog niet is ingegaan. U krijgt dan een Ziektewet-uitkering totdat uw zwangerschapsuitkering begint.

Voorbeeld

Sophie heeft een WW-uitkering en is 1 juli uitgerekend. Haar zwangerschapsverlof mag ingaan tussen 6 en 4 weken voor 2 juli. Dus in de periode van 21 mei tot en met 4 juni (de flexibiliseringsperiode). Haar verlof gaat in op 4 juni.

Op 7 mei is Sophie ziek geworden door een andere oorzaak dan de zwangerschap. Sophie is weer beter op 11 juni. Ze is dan ziek geworden voor de flexibiliseringsperiode en is ook nog ziek in de flexibiliseringsperiode.

Sophie is minder dan 13 weken ziek voor de flexibiliseringsperiode.

Van 7 mei tot en met 20 mei houdt zij haar WW-uitkering. Van 21 mei tot en met 3 juni krijgt zij een Ziektewet-uitkering. Vanaf 4 juni krijgt zij een zwangerschapsuitkering.

Sophie was ziek van 7 mei tot en met 10 juni. De ziektedagen van 21 mei tot en met 3 juni zijn ziektedagen in de flexibiliseringsperiode. Daarom gaan deze 14 dagen af van haar bevallingsverlof. Haar bevallingsverlof duurt dus 15 dagen korter.