In november hadden 3,9 miljoen mensen van 15 tot 75 jaar om uiteenlopende redenen geen betaald werk. Naast werklozen ging het om 3,6 miljoen mensen die niet recent hebben gezocht en/of niet direct beschikbaar zijn voor werk. Zij worden niet tot de beroepsbevolking gerekend. Hun aantal is in de laatste drie maanden met gemiddeld 18 duizend per maand gedaald. Het aantal mensen dat eerder niet tot de beroepsbevolking behoorde en aan het werk ging of op zoek ging naar werk, was groter dan het aantal werkenden en werklozen dat de arbeidsmarkt verliet.

Om de conjuncturele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in verschillende landen te kunnen vergelijken, wordt gebruikgemaakt van de werkloosheidsindicator van de International Labour Organization (ILO). Volgens deze indicator zijn mensen werkloos als ze geen betaald werk hebben, maar daar wel recent naar hebben gezocht en direct beschikbaar zijn. Dit cijfer heeft betrekking op de bevolking van 15 tot 75 jaar.

Vanaf 2022 publiceert het CBS cijfers over de beroepsbevolking op basis van een nieuwe meetmethode. Hierdoor worden meer werklozen in beeld gebracht (zie het kader onderaan dit bericht) en zal het verschil tussen het aantal werklozen en het aantal WW-uitkeringen, zoals gepubliceerd door het UWV, toenemen.

In november nam het aantal WW-uitkeringen af met 9,9 duizend. Dat is een daling van 5 procent ten opzichte van de maand ervoor. Het aantal WW-uitkeringen kwam daarmee op 189,2 duizend eind november. In vergelijking met november 2020 is het aantal uitkeringen met 87,1 duizend afgenomen (-31,5 procent).

Eind november telde UWV 45,2 duizend WW-uitkeringen met een verstreken duur van een jaar of langer. Dat komt neer op 24 procent van het totaal aantal WW-uitkeringen. Het aantal langdurige WW-uitkeringen nam met 2 procent af ten opzichte van eind oktober 2021. Het aantal WW-uitkeringen met een verstreken duur van minder dan een jaar daalde sterker, namelijk met 6 procent.

De verdere daling van het aantal werklozen in de afgelopen drie maanden is het resultaat van onderliggende stromen tussen de werkzame, de werkloze en de niet-beroepsbevolking.

In november waren 251 duizend mensen werkloos. Drie maanden eerder, in augustus, waren er 301 duizend werklozen. In deze periode nam het aantal werklozen dus met 50 duizend af (gemiddeld 17 duizend per maand). De werkloosheid kan afnemen doordat werklozen werk vinden of zich terugtrekken van de arbeidsmarkt. Daartegenover staat de toestroom naar werkloosheid vanuit de werkenden en vanuit de niet-beroepsbevolking.

In de afgelopen drie maanden daalde de werkloosheid niet alleen doordat meer werklozen een baan vonden dan er werkenden werkloos werden. Per saldo daalde de werkloosheid hierdoor met 42 duizend. Daarnaast daalde het aantal werklozen ook doordat het aantal mensen dat stopte met zoeken en/of niet beschikbaar was (van werkloos naar niet-beroepsbevolking) in november groter was dan het aantal dat zonder direct resultaat op zoek ging naar werk (van niet-beroepsbevolking naar werkloos). Hierdoor nam de werkloosheid per saldo met 7 duizend personen af in de afgelopen drie maanden.

Met het uitbreken van de coronacrisis in maart 2020 liep de werkloosheid snel op. In de twee jaren daarvoor kromp de werkloosheid vooral door de uitstroom naar de werkzame beroepsbevolking (de netto-instroom in werkloosheid was negatief), terwijl deze tegelijkertijd steeg door de instroom vanuit de niet-beroepsbevolking (de netto-instroom in werkloosheid was positief). Tijdens de eerste fase van de coronacrisis nam de werkloosheid vanaf beide kanten toe. Vanaf november 2020 tot en met maart 2021 gold het omgekeerde (de netto-instroom was vanaf beide kanten negatief) en daalde de werkloosheid weer snel. In de maanden juli tot en met oktober was de instroom vanuit de niet-beroepsbevolking weer positief, wat de daling van de werkloosheid enigszins afremde. In november was er een negatieve netto-instroom vanuit de niet-beroepsbevolking, waardoor de werkloosheid weer sterker daalde.

Als gevolg van een nieuwe EU-verordening heeft het CBS de manier aangepast waarop het de beroepsbevolking meet. Meer daarover is te lezen in het nieuwsbericht Meer werklozen, maar ook meer werkenden met nieuwe meetmethode. De nieuwe systematiek is dit jaar al toegepast naast de bestaande. Uit de eerste resultaten blijkt dat de nieuwe methode meer werklozen in beeld brengt, maar dat de trend dezelfde is: de werkloosheid daalde gedurende 2021 vrijwel even sterk. In de nieuwe systematiek waren er in november 359 duizend werklozen, met een daling van 16 duizend per maand in de afgelopen drie maanden. Het werkloosheidspercentage was daarmee 3,7. De cijfers volgens de nieuwe methode worden terug berekend tot en met 2003. In die reeks is 3,7 ook het laagste werkloosheidspercentage.