De premievaststelling voor 2022 is net als de premievaststelling voor 2021 tot stand gekomen tijdens de coronacrisis. De ramingen van de omvang van de te financieren lasten van de WGA en de Ziektewet en de bijbehorende omvang van de premieplichtige loonsommen, die beide ten grondslag liggen aan de premievaststellingen, zijn hierdoor onzekerder dan normaal. In 2022 vindt ook een wijziging plaats in de premiesystematiek. De loonsomgrens tussen kleine en middelgrote werkgevers wordt op 25 maal het gemiddelde loon per werknemer gezet. Tot en met 2021 lag deze grens op 10 maal het gemiddelde loon per werknemer. Met deze verhoging wordt aangesloten bij de nieuwe premiedifferentiatie in de Arbeidsongeschiktheidsfonds-premie vanaf 2022.

Het gemiddeld premieniveau van de WGA stijgt van 0,78% in 2021 naar 0,84% in 2022. Dit komt doordat de WGA-uitkeringslasten nog niet het structurele niveau hebben bereikt. Het gemiddelde percentage voor de Ziektewet in 2022 is vastgesteld op 0,68%. Dit is een stijging van 0,10%-punt ten opzichte van 2021. Aan deze stijging ligt een aantal oorzaken ten grondslag. Ten eerste zijn de Ziektewet-lasten sinds 2019 jaarlijks sterker gestegen dan steeds bij de voorafgaande premievaststelling werd voorzien. Ten tweede is gebleken dat in het verleden een te gering deel van de uitvoeringskosten voor de Ziektewet werd toegerekend aan de Werkhervattingskas. Hierdoor stijgt de premie eenmalig extra naar een hoger niveau. Ten derde is er een verwacht vermogenstekort bij de Ziektewet van bijna € 500 miljoen per eind 2021. Om een begin te maken met het terugdringen van dit tekort stijgt de premie. Ook hier geldt dat het gaat om een eenmalige stijging naar een hoger premieniveau waarmee in 2022 en latere jaren het vermogenstekort geleidelijk teruggebracht wordt.

Het marktaandeel van eigenrisicodragers voor de WGA stabiliseerde tot 2019 op 38% van de totale loonsom. Voor 2020 zien we voor het eerst een lichte stijging met 1 procentpunt naar 39% van de loonsom. Het is onze verwachting dat in 2021 en 2022 het aandeel eigenrisicodragers voor de WGA stabiel blijft. Bij de Ziektewet is er sinds de invoering van de premiedifferentiatie voor de Ziektewet in 2014 een gestage toename van het eigenrisicodragerschap. Bij uitzendbedrijven is het aandeel in de loonsom van eigenrisicodragers in 2021 51%, bij de overige bedrijven 48%. Voor 2022 is het uitgangspunt dat het aandeel in de loonsom van eigenrisicodragers voor de Ziektewet voor zowel uitzendbedrijven als overige werkgevers gelijk blijft aan het aandeel in 2021.