Wat zijn de kenmerken van deze groep, hoe gaan zij om met het risico van ziekte, in hoeverre is hun gezondheid bepalend geweest voor de keuze van het type dienstverband en hoe gaan werkgevers en arbodiensten om met ziekteverzuim van deze werknemers tijdens en na beëindiging van de aanstelling of opdracht? Dit onderzoek (looptijd: 2006-2008) komt voort uit de subsidieronde 2006. Het is uitgevoerd door TNO Kwaliteit van Leven, met subsidie van UWV.

Uit het onderzoek blijkt dat er bij de groep overige flexwerkers geen sprake is van een hoger ziekteverzuim of de neiging om meer dan andere groepen gebruik te maken van de vangnetregeling Ziektewet. De groep die instroomt in de vangnetregeling is niet groter dan verwacht, maar verblijft wel veel langer in de regeling dan op basis van het onderzoek verwacht kan worden. Vervolgonderzoek dient zich daarom te richten op de overwegingen op het moment van keuze van overige flexwerkers om de Ziektewet-uitkering aan te vragen en evaluatieonderzoek naar het verblijf van de groep in de vangnetregeling en de kwaliteit van de begeleiding daarbij.