Sinds het midden van de jaren negentig van de vorige eeuw en vooral na 2002 steeg de instroom in de Wajong elk jaar sterker dan op grond van de verandering van de risicopopulatie verwacht kan worden. Bovendien gaat de toename gepaard met een veranderende samenstelling, zoals meer instroom van jongens en verschuivingen in de ziektebeelden. Voor deze ontwikkeling bestaat op dit moment, ondanks analyses die de afgelopen jaren zijn uitgevoerd, geen sluitende verklaring. Drie vragen staan bij de Wajong centraal:

  • Waarom neemt de instroom in de Wajong zo sterk toe?
  • Wat zijn de participatiemogelijkheden van Wajongers?
  • Hoe kan de participatie van Wajongers vergroot worden?

Om antwoord te krijgen op deze vragen is een omvangrijk dossieronderzoek uitgevoerd. Het onderzoek is uitgevoerd op drie UWV-kantoren (Arnhem, Utrecht, en Den Haag). Dit onderzoek heeft betrekking op de instroomjaren 2002 t/m 2006. Van een kwart van de instroom zijn de dossiers bekeken (in totaal 1.500 dossiers). Het onderzoek heeft geresulteerd in twee rapporten. Dit is het tweede rapport dat ingaat op de vraag wat de participatiemogelijkheden van de Wajongers zijn. Het eerste rapport De groei van Wajonginstroom verscheen in oktober 2007 als Kenniscahier 07-01.