De Monitor arbeidsparticipatie arbeidsbeperkten 2020 brengt de ontwikkelingen in kaart in de arbeidsparticipatie van Wajongers, WGA’ers, WIA 35-minners (mensen van wie de aanvraag voor de WIA-uitkering is afgewezen omdat hun inkomensverlies ten opzichte van het oude inkomen minder dan 35% is) en Participatiewetters die in het doelgroepregister banenafspraak staan. Normaal gesproken zou de monitor 2020 zich richten op de ontwikkelingen tot en met 2019, maar gezien de coronacrisis geeft deze monitor ook een beeld van de eerste helft van 2020.

De monitor laat zien dat tot 2019 de arbeidsparticipatie van Wajongers, WGA’ers, WIA 35-minners en Participatiewetters in het doelgroepregister steeg. In 2019 is het beeld wisselend. Bij de Participatiewetters in het doelgroepregister neemt het aandeel werkenden verder toe, bij de WGA’ers stabiliseert de arbeidsparticipatie en bij de Wajongers neemt het licht af. In de eerste helft 2020 daalde de arbeidsparticipatie bij alle groepen. Het aandeel Wajongers met arbeidsvermogen dat werkt nam af van 50,4% eind 2019 naar 49,1% eind juni 2020. Bij gedeeltelijke WGA’ers daalde het in deze periode van 47,2% naar 46,0% en bij volledig WGA’ers van 8,8% naar 7,8%. Bij de Participatiewetters uit het doelgroepregister was de daling het grootst (van 46,4% naar 44,1%).

De afname van het aandeel werkenden komt niet zo zeer doordat mensen door de crisis hun baan verloren, maar vooral doordat minder mensen aan het werk kwamen. De afname is geconcentreerd bij mensen met een tijdelijk dienstverband, iets wat we ook op de totale arbeidsmarkt zien. De bedrijfstakken, waar we een terugval in participatie zien, zijn ook dezelfde als op de totale arbeidsmarkt, zoals de horeca en catering, de detailhandel, en de overige commerciële dienstverlening.

De daling van de arbeidsparticipatie van de 4 groepen is in eerste helft van 2020 groter dan bij de totale Nederlandse bevolking. Voor de totale Nederlandse bevolking daalde de participatie met 1,1%. Bij de mensen met een arbeidsbeperking (tussen -2,5 en -5,0%) was de daling groter. Dit komt doordat zij in verhouding vaker werken op basis van tijdelijke dienstverbanden.