Werkenden met een arbeidsbeperking zijn kwetsbaar voor uitval uit werk. We zien dat een groot deel van de mensen die bijvoorbeeld vanuit de WIA of Wajong weer aan het werk komt, binnen een jaar toch weer uitvalt. Dit terwijl diversiteit in teams aantoonbare voordelen oplevert: hogere omzet, minder verloop en meer vindingrijkheid.
UWV verstrekte daarom een subsidie om met een verkennend onderzoek te achterhalen welke ondersteuning werkenden met een arbeidsbeperking nodig hebben om uitval te voorkomen. Ook werd het huidige aanbod aan dienstverlening geanalyseerd om te bepalen waar de gaten zitten, of waar bestaand aanbod niet de juiste mensen bereikt. Omdat het een SUWI-subsidieonderzoek betreft, behelst dit onderzoek niet alleen de clientpopulatie van UWV. De adviezen uit dit rapport zijn dan ook gericht aan alle partijen die betrokken zijn bij werkenden met een arbeidsbeperking.
Het onderzoek toont dat bestaande ondersteuning vooral gericht is op het starten met werk, maar veel minder op het behouden ervan. Het meeste aanbod zit in werkplekvoorbereiding. Ondersteuning na plaatsing is vaak beperkt, terwijl de situatie van werkenden met een arbeidsbeperking zelden constant is. Ook is niet iedereen op de hoogte van alle mogelijkheden aan ondersteuning.
Werkenden met een arbeidsbeperking hebben zes kernbehoeften:
Deze behoeften zijn niet uniek - het zijn dezelfde die gelden voor alle werkenden - maar werken met een arbeidsbeperking brengt dagelijks extra uitdagingen mee die net iets meer vragen van werkenden en werkgevers.
Een goede werkrelatie tussen werkgever en werkende blijkt cruciaal om uitval te voorkomen. Hier ligt de grootste kans voor verbetering: meer bekendheid van bestaand aanbod van dienstverlening, zorgen voor aanvullende dienstverlening met coachend karakter, en betere ondersteuning bij het onderhouden van de werkrelatie.