Deze factoren verklaren de toename van de WIA-instroom tussen 2018 en 2024:
- 20%: verandering in omvang en samenstelling van de groep WIA-verzekerden
- 31%: mismatch tussen vraag en aanbod sociaal-medische beoordelingen en beleidsmaatregelen om deze problemen te verminderen
- 39%: factoren die het aantal aanvragen weliswaar verhogen (waaronder grotere kans op langdurige ziekte door corona), maar die mogelijk tijdelijk zijn
In 2018 stroomden er jaarlijks ruim twee keer zo veel mensen de WIA in als in 2006. In 2019 zocht UWV naar een verklaring. De belangrijkste factoren bleken demografische ontwikkelingen en opbouweffecten. Ook steeg het aantal oudere werknemers, die een hogere kans hebben om arbeidsongeschikt te raken. Per saldo was de toename grotendeels verklaarbaar en verwacht, en daarom toen geen reden tot zorg.
Tussen 2018 en 2024 ging de instroom opnieuw flink omhoog: van 43.000 naar 69.000 – een plus van bijna 60% in slechts zes jaar. Deze toename is een stuk groter dan die van het aantal WIA-verzekerden. De vraag is hoe we de instroomstijging kunnen duiden, ook in het kader van plannen om de WIA aan te passen.
We hebben de toename zo veel mogelijk opgesplitst naar verklarende factoren. Met als belangrijkste conclusies:
- Ongeveer 20% van de toename komt door veranderingen in omvang en samenstelling van de verzekerde populatie. Deze veranderingen zijn het gevolg van demografische ontwikkelingen, de conjunctuur en stijging van de pensioenleeftijd. We verwachten geen nieuwe grote instroomtoename door deze factoren. De beroepsbevolking is bijna op haar maximale omvang en de pensioenleeftijd gaat pas in 2028 weer omhoog.
- Ongeveer 31% is gerelateerd aan de WIA-problematiek en beleidsmaatregelen die deze problemen moeten verminderen.
- UWV heeft te maken met een mismatch tussen vraag en aanbod bij sociaal-medische beoordelingen. Dit leidt sinds 2019 tot groeiende achterstanden bij deze beoordelingen. Door de achterstanden kan de beoordeling vaak niet binnen de wettelijke termijn worden afgerond, en krijgen veel mensen een voorschot. Zo’n voorschot telt als nieuwe uitkering, ook als de aanvraag later wordt afgewezen – wat dus de instroomcijfers vertekent. 22% van de instroomtoename sinds 2018 is het gevolg van deze vertekening.
- Daarnaast is 10% van de instroomtoename het onbedoelde effect van twee beleidsmaatregelen die de achterstanden bij sociaal-medische beoordelingen moeten verminderen: de 60-plusmaatregel (9%) en de maatregel Praktisch beoordelen (1%).
- Ongeveer 39% van de instroomtoename komt door een grotere kans op langdurige ziekte.
- 22% van deze toename komt voort uit de coronapandemie en een nieuwe ziekte als langdurige covid. Deze instroom neemt de komende jaren waarschijnlijk af.
- 16% van de toename kunnen we (nog) niet verklaren, maar hangt waarschijnlijk samen met maatschappelijke ontwikkelingen als de overspannen arbeidsmarkt.
Samenvattend wordt 20% van de instroomtoename veroorzaakt door verklaarbare, verwachte factoren – namelijk demografische ontwikkelingen, de conjunctuur en stijging van de pensioenleeftijd.
Van de resterende factoren was 70% niet voorzien. Zowel de achterstanden bij de sociaal-medische beoordelingen als de toename van de kans op langdurige ziekte zijn reden tot zorg. Daarnaast hangt een deel samen met de krapte op de arbeidsmarkt, en die is niet zomaar opgelost.