Het is dan ook de bedoeling dat in 2030 alle nieuw verkochte auto’s elektrisch zijn. Elektrische auto’s hebben minder vaak onderhoud nodig en komen dus minder vaak naar de werkplaats van de automonteur.
Ook zijn er technologische ontwikkelingen. Er zijn nu al auto’s continu verbonden met internet die data naar de autofabrikant sturen. In de toekomst gaat dit nog verder: auto’s krijgen een zelf-diagnosesysteem. Hierdoor wordt het mogelijk op afstand een diagnose te stellen of zelfs een probleem op afstand te verhelpen. Ook hierdoor komen auto’s minder vaak naar de werkplaats. Het is moeilijk in te schatten hoe snel deze ontwikkelingen gaan. Maar naar verwachting zijn er in 2030 minder monteurs aan het werk dan nu.
Het beroep van automonteur zelf gaat ook veranderen. Zeker tot 2030 rijden er nog veel auto’s met verbrandingsmotoren rond, maar er komen ook steeds meer elektrische auto’s. Er moeten dus voldoende monteurs zijn met kennis van deze type auto’s. Ook communicatie met de klant blijft belangrijk. De monteur moet kunnen uitleggen welk onderhoud nodig is en waarom. Belangijker worden sensoren en elektronica, ook bij auto’s met verbrandingsmotoren. Monteurs hebben daarom meer ICT-kennis nodig en ze werken vaker met digitale hulpmiddelen.
In 2019 zijn er ongeveer 59.000 automonteurs aan het werk. Driekwart van hen werkt in de sector auto- en motorbranche. Het aantal vacatures in de sector is flink toegenomen, van 8.000 in 2014 naar 16.000 in 2019. Voor veel werkgevers is het lastig om aan personeel te komen. Vacatures voor automonteurs zijn moeilijk vervulbaar. Dit speelt in alle regio’s.