Belangrijkste conclusies:
  • De instroom in de WW is het hoogst in de winter en het laagst in de lente. Agrarische, pedagogische en technische beroepen zijn het meest seizoensgevoelig. De seizoensvariatie is het sterkst in het noorden van het land.
  • Het aantal WW-uitkeringen daalt nog steeds, net als de werkloosheid. Het aantal langdurige WW-uitkeringen (een jaar of langer) neemt nog steeds sneller af dan het aantal kortdurende uitkeringen. De instroom in de WW is de afgelopen winter veel minder gedaald ten opzichte van vorig jaar, dan de afgelopen twee jaar.
  • Vergeleken met een jaar geleden is het aantal vacatures het meest gestegen bij de technische en de transportberoepen. De ICT-sector heeft nog steeds de hoogste vacaturegraad. De vacaturegraad is het laagst in het onderwijs.
  • De arbeidsmarkt is nog steeds gespannen. Veel werkgevers ondervinden problemen bij het vinden van geschikt personeel. De krapte is het grootst bij ICT-beroepen, technische beroepen en transportberoepen.