Vooral onder agrarische ondernemers gaat de krimp hard. Tot 2020 voorspelt UWV een banenkrimp voor agrarisch ondernemers van zo’n 6%. Ook de werkgelegenheid voor vaste werknemers blijft naar verwachting dalen. De dalende werkgelegenheid is onder andere het gevolg van schaalvergroting. Het aantal kleine agrarische bedrijven neemt al jaren trendmatig af. Hier staat tegenover dat de inzet van flexibele arbeidskrachten in de landen tuinbouw de afgelopen jaren is toegenomen. Vaak gaat het om seizoensarbeiders die tijdelijk worden ingezet voor oogstwerk. De herhalingswerkloosheid is groot in de agrarische beroepsgroep. Door de hoge mate van seizoensarbeid neemt het aantal WW-uitkeringen in de land- en tuinbouwsector flink toe in de wintermaanden. In het voorjaar en in de zomermaanden stijgt de vraag van arbeid weer en nemen de kansen op werk vanuit de WW toe.

UWV maakt samen met werkgevers- en werknemersorganisaties, de VNG en arbeidsmarktdeskundigen analyses van sectoren en beroepsgroepen. De beschrijvingen bieden een actueel beeld van de tekorten en overschotten op de arbeidsmarkt. Hierdoor is het mogelijk om openstaande vacatures en werkloosheid te voorkomen en zo bij te dragen aan een sterkere economie.