Tussen 2008 en 2014 nam het aantal banen af met 4%. In de financiële dienstverlening was het werkgelegenheidsverlies veel groter: het aantal banen nam af met 13%. Terwijl de werkgelegenheid in veel sectoren weer aantrekt, zullen werklozen uit de financiële dienstverlening niet altijd meer aan de slag kunnen in de oude sector. UWV deed onderzoek naar de kenmerken en perspectieven deze van werklozen.
Dit zijn de belangrijkste bevindingen:
- Tussen 2008 en 2014 zijn er in de financiële dienstverlening 35 duizend werknemersbanen verdwenen, een afname van 13%. In 2015 daalde het aantal banen verder en ook de vooruitzichten voor 2016 en 2017 zijn niet rooskleurig. Verschillende banken en verzekeraars hebben plannen om te reorganiseren met massaontslag als gevolg.
- WW’ers uit de financiële dienstverlening zijn gemiddeld ouder, hoger opgeleid en hadden vaker een vast contract voor werkloosheid dan de totale groep WW-instromers. Slechts 38% van de WW’ers uit de financiële dienstverlening heeft binnen 1 jaar een nieuwe baan. Dit ligt ver onder het gemiddelde: 65% van alle WW’ers heeft binnen 1 jaar een nieuwe baan.
- De financieel specialisten en economen en de vertegenwoordigers en inkopers komen vaker binnen een jaar aan het werk dan de boekhoudkundig medewerkers en de receptionisten en telefonisten. Voor alle beroepsgroepen geldt dat 45-plussers minder snel aan het werk komen dan de 45-minners. 72% van de werkhervatters uit de financiële dienstverlening blijft minimaal 1 jaar onafgebroken aan het werk.
- Omdat de financiële dienstverlening een krimpsector is, gaan veel werkhervatters in andere sectoren aan de slag. De meeste werkhervatters uit de financiële dienstverlening gaan aan de slag in de overige zakelijke dienstverlening of als uitzendkracht. Opvallend veel werkhervatters beginnen voor zichzelf.