Dit rapport focust op de succesfactoren in die samenwerking en onderzoekt oplossingen voor gesignaleerde knelpunten en belemmeringen. Dit tegen de achtergrond dat UWV en GGZ Nederland in april 2012 een convenant hebben gesloten om gezamenlijk mensen met psychische klachten, die de mogelijkheden hebben om betaalde arbeid te verrichten en die gemotiveerd zijn, te ondersteunen om werk te krijgen of te behouden. In dit convenant is afgesproken zodanig samen te werken, dat voor mensen uit deze doelgroep behoud van werk (met eventuele aanpassingen) dan wel een effectieve re-integratie wordt bevorderd.
Een ruime meerderheid van zowel GGZ- als UWV-respondenten vindt onderlinge samenwerking (zeer) belangrijk. Het aantal bestaande samenwerkingsinitiatieven tussen GGZ en UWV is echter beperkt. Driekwart van de aangemelde initiatieven is bovendien niet structureel ingebed in de organisaties. Uit de inventarisatie van dit onderzoek zijn verder knelpunten naar voren gekomen, die betrekking hebben op bereikbaarheid en toegankelijkheid, gebrek aan persoonlijke contacten en onbekendheid met de expertise van de andere organisatie.
Structureel overleg lijkt een belangrijke factor in het in stand houden van de samenwerking. Dit blijkt uit een aantal samenwerkingsinitiatieven die nog in de ontwikkelfase verkeren, waarin concrete stappen zijn gezet om de samenwerking verder vorm te geven. In deze initiatieven is er structureel overleg tussen betrokken professionals van GGZ en UWV, waarbij kennis en adviezen worden uitgewisseld en casuïstiek wordt besproken.
Professionals hebben aangegeven dat de wederzijdse bereikbaarheid te wensen over laat en dat de andere organisatie soms slecht toegankelijk is. Dit kan ook te maken hebben met het ontbreken van een vaste contactpersoon per organisatie en gebrek aan persoonlijke contacten met professionals in de andere organisatie. Daarnaast is aangegeven dat het niet persoonlijk (leren) kennen van professionals binnen de andere organisatie het lastig maakt elkaar te vinden. Professionals gaven aan van elkaar niet te weten wat er bij de ander speelt en wat de werkwijze en expertise van de ander is. Verder is aangegeven dat door het ontbreken van structureel overleg en (intensief) contact tussen beide organisaties, weinig gebruik wordt gemaakt van elkaars expertise. Ook is onbekend welke expertise aanwezig is, en wordt het ontbreken van specifieke kennis bij de andere organisatie/professional als knelpunt benoemd. Om deze knelpunten te adresseren zijn de volgende Quick Wins geformuleerd: