Artikel 2 in UWV Kennisverslag (UKV) 2014-1 analyseert gegevens van uitgestroomde WW’ers om inzicht te krijgen in factoren die de uitstroom naar werk bevorderen.
Ongeveer de helft van de WW-uitkeringen wordt beëindigd omdat de WW’er een nieuwe baan vindt. Voor UWV is het van belang om inzicht te hebben in de factoren die de uitstroom naar werk bevorderen. Daarbij is het belangrijk om rekening te houden met de grote verschillen in de maximale uitkeringsduur van WW’ers.
Uit analyse van gegevens van in 2012 uitgestroomde WW’ers blijkt dat de kans op werk het grootst is in de eerste maanden van de WW-uitkering, ongeacht hoe lang men recht heeft op WW. De meeste WW’ers die uitstromen naar werk, hebben dit werk vaak al ruim voor het bereiken van de maximale WW-uitkeringsduur gevonden. Leeftijd en opleidingsniveau spelen bij snelle uitstroom een belangrijke rol. Hoe langer iemand in de WW zit, hoe kleiner de kans is dat hij/zij werk vindt, Daarom is het belangrijk dat WW’ers snel de juiste actie(s) ondernemen om werk te vinden.