Het aflopen van de loongerelateerde uitkering blijkt een deel van de gedeeltelijk arbeidsongeschikten in de WGA te prikkelen om het werk gedeeltelijk te hervatten en zo terugval naar de veel lagere vervolguitkering te voorkomen. Het aflopen van de loongerelateerde uitkering leidt er echter niet toe dat gedeeltelijk arbeidsongeschikten die al werken, het werk uitbreiden. De overgang naar de vervolguitkering leidt er slechts in beperkte mate toe dat meer mensen volledig herstellen en uit de WGA stromen. De hogere arbeidsparticipatie van gedeeltelijk arbeidsongeschikten leidt niet zonder meer tot verlaging van de uitkeringslasten.