In de periode 2006-2011 gaat gemiddeld 6% van de WW’ers die het werk hervat aan de slag als ondernemer. Ruim twee derde van de mensen die vanuit de WW-uitkering kiezen voor het ondernemerschap is na 3 jaar nog steeds werkzaam als ondernemer. De duurzaamheid van deze ondernemingen is daarmee vrijwel gelijk aan die van alle startende ondernemers. Van de mensen die na 3 jaar niet meer als ondernemer actief zijn (32%) werkt ruim de helft weer in loondienst, heeft 7% opnieuw een WW-uitkering en valt slechts 5% terug op een bijstandsuitkering.
Het gemiddelde inkomen van de mensen die vanuit de WW een onderneming starten is ongeveer € 25.000 bruto per jaar. Omdat veel ondernemers gebruik kunnen maken van fiscale regelingen als de zelfstandigen- en startersaftrek is hun gemiddelde netto inkomen vergelijkbaar met het loon dat ze voor werkloosheid ontvingen.
Ondernemers die geen gebruik hebben gemaakt van een starters- of urenkortingsregeling zijn het meest succesvol. De duurzaamheid van hun eigen bedrijf is iets groter en hun inkomen is gemiddeld fors hoger. De mensen die gebruikmaken van de startersregeling hebben gemiddeld het laagste inkomen. Dit komt deels doordat de werkhervatters die gebruikmaakten van de startersregeling allemaal startende ondernemers zijn, terwijl zich onder de overige ondernemers ook mensen bevinden die al een bedrijf hebben of hadden. Startende ondernemers maken vaker gebruik van fiscale aftrekregelingen dan de overige ondernemers, waardoor hun belastbare inkomen lager is. Bovendien is het aannemelijk dat juist diegenen die nog onzeker zijn over de haalbaarheid van hun op te zetten onderneming gebruikmaken van de startersregeling. Juist voor deze groep is de startersregeling in het leven geroepen.