Starten als zelfstandige kan voor werklozen een goede manier zijn om uit een uitkeringssituatie te komen. Om starten vanuit de WW te stimuleren is in 2006 de startersregeling ingevoerd, waarbij WW’ers gedurende 6 maanden met behoud van (een deel van) de WW-uitkering en zonder sollicitatieplicht aan de slag kunnen gaan als zelfstandige. Uit onderzoek blijkt dat deze starters gemiddeld redelijk succesvol zijn, al is er onvoldoende bekend over het succes na een termijn van 1 of 2 jaar. Ook zijn er signalen dat zelfstandigen door de aanhoudende economische crisis het financieel moeilijk hebben. Dit roept vragen op. Hoeveel WW’ers kiezen er (nog) voor een start als zelfstandige? Voor welke groepen is het een succesvolle route terug naar de arbeidsmarkt? En welke starters vallen niet terug op een uitkering en kunnen, ook op de langere termijn, in hun onderhoud voorzien?

De belangrijkste bevindingen zijn:

  • Sinds de introductie van de startersregeling in juli 2006 hebben ruim 61.000 mensen ervan gebruikgemaakt: in de periode 2010-2012 waren dit ongeveer 11.000 mensen per jaar. 
  • Het aandeel WW’ers dat het werk hervat als zelfstandige is tussen 2005 en 2012 verdubbeld: van 1 op de 40 werkhervattingen naar 1 op de 20. Dit is mede te danken aan de invoering van de startersregeling in juli 2006.
  • Mensen die vanuit de WW als zelfstandige het werk hervatten, vallen minder vaak terug op een WW- of bijstandsuitkering dan WW’ers die gaan werken in loondienst. 
  • Het is nog onvoldoende onderzocht of mensen die vanuit de WW gestart zijn als zelfstandige gedurende langere tijd actief blijven op de arbeidsmarkt, of ze genoeg verdienen, en wat de gevolgen van de economische crisis voor deze mensen zijn.