Wie een beroep doet op de nieuwe Wajong, komt terecht in een van de drie regelingen die de wet kent: de uitkeringsregeling, de werkregeling of de studieregeling. Tweeënhalf jaar na de inwerkingtreding van de nieuwe Wajong levert analyse van de instroom en het Wajong-bestand een aantal nieuwe inzichten op.

  • De verdeling van de instroom over de verschillende regelingen is sinds december 2010 vrijwel stabiel: 8% stroomt in de uitkeringsregeling, 52% in de werkregeling en 40 procent in de studieregeling.
  • Het feit dat het aandeel van de uitkeringsregeling bij instroom maar 8% bedraagt, betekent dat het aantal Wajongers bij wie wij a priori kunnen uitsluiten of zij nu of mogelijk in de toekomst arbeidsmogelijkheden hebben, erg klein is.
  • Er zijn nog nauwelijks Wajongers overgegaan van de studie- en de werkregeling naar de uitkeringsregeling.
  • Bij de invoering van de nieuwe Wajong werd ervan uitgegaan dat ongeveer 40% van de Wajongers duurzaam geen arbeidsmogelijkheden heeft. De realisatiecijfers laten met 8%procent tot nu toe een veel kleiner percentage zien. Zekerheid over de uiteindelijke omvang van de uitkeringsregeling zal er echter pas zijn wanneer de eerste Wajongers die in de nieuwe Wajong ingestroomd zijn 27 jaar worden.