Uit onderzoek in opdracht van het Arbeidsdeskundig Kennis Centrum (AKC) blijkt dat arbeidsdeskundigen bij hun keuzeproces voor een re‑integratiemethodiek een redelijk vast patroon volgen. Dat is beschreven in het Arbeidsdeskundig keuzemodel. Ze vormen zich een integraal beeld van de situatie, vertalen de belastbaarheid van de cliënt in mogelijkheden. Daarna komen ze tot de keuze van een (eind)doel van de re‑integratie: het re‑integratiedoel. Op basis hiervan kiezen ze vervolgens een re-integratiemethodiek.
Het onderzoek ‘Objectivering van re‑integratiemethodieken door arbeidsdeskundigen’ laat statistisch onderbouwd zien welk gewicht wordt toegekend aan de factoren die arbeidsdeskundigen in hun keuzeproces meenemen. In de arbeidsdeskundige weging is het gewicht van de drie typen factoren, waarvoor effecten werden aangetoond in de gehanteerde onderzoekscasussen, naar zwaarte als volgt:
- Het zwaarste gewicht wordt toegekend aan de cliëntkenmerken (***).
- Het gewicht van de arbeidsmogelijkheden is beperkter (* tot **).
- De eigen kenmerken van de arbeidsdeskundigen, waaronder de grondhouding, lijken het minst te wegen (0 tot *).
Arbeidsdeskundigen kiezen niet unaniem dezelfde aanpak voor een en dezelfde casus. Wel is er een patroon te herkennen, dat in dit onderzoek voor het eerst met kwantitatieve analyses wordt onderbouwd. Deze analyses zijn omgezet in drie heldere casusbesprekingen in een Praktijkgids die reflectie biedt op het eigen handelen en te gebruiken is als trainingsmateriaal.