Bij de aanvraag van een WIA-aanvraag moet een re-integratieverslag (RIV) worden ingediend, waarin de zieke werknemer en diens werkgever aangeven welke re-integratie-inspanningen zijn ondernomen. De arbeidsdeskundige van UWV toetst of er voldoende re-integratieresultaat is behaald. In opdracht van UWV heeft het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) een onderzoek uitgevoerd naar de effecten van een experiment met een intensievere vorm van RIV‐toetsing, waarbij de arbeidsdeskundige tijdens de RIV toets structureel contact opneemt met alle werknemers.
Om inzicht te krijgen in het effect van een geïntensiveerde toetsing van het re-integratieverslag op de akkoordverklaring van de werknemer en de oordeelsvorming (proces en uitkomst) van de arbeidsdeskundige, is de intensievere werkwijze vergeleken met de standaard werkwijze, waarbij contact met de werknemer niet verplicht is. Uit het onderzoek blijkt dat een geïntensiveerde werkwijze op dit moment weinig afwijkt van de huidige werkwijze bij de onderzochte kantoren: onder de reguliere werkwijze namen de arbeidsdeskundigen contact op met 73% van de werknemers, onder de geïntensiveerde werkwijze met 84%. Hierdoor was het niet mogelijk om een vergelijking te maken tussen verschillende werkwijzen voor wat betreft intensiviteit van contactopname met werknemers. Uit de resultaten kan worden afgeleid dat contact opnemen met de werknemer (wat bij gemiddeld 78% van de RIV‐toetsen gebeurde) in zo’n 30% van de gevallen leidt tot nieuw inzicht voor de arbeidsdeskundige. Dit nieuwe inzicht leidde vervolgens in twee derde van de gevallen tot een aanpassing van het voorlopige RIV‐oordeel. Aanpassing gebeurt vooral bij een voorlopig oordeel dat onvoldoende inspanningen zijn geleverd. Aanvullende informatie afkomstig van verzekeringsartsen en werkgevers is echter vaker dan de aanvullende informatie van werknemers, van invloed op de uitkomsten van de RIV‐toetsing.