De per 1 maart 2008 van kracht geworden Tijdelijke regeling brugbanen herbeoordeelden beoogde gesubsidieerde banen te creëren. TNO heeft het onderzoek uitgewerkt in vragen en thema's voor re-integratiebedrijven, werkgevers, ‘brugbaners' en overige geïndiceerden over indicatiestelling, begeleiding en plaatsing, bekendheid met en tevredenheid over de regeling, en bereidheid om een herbeoordeelde aan te nemen op een brugbaan. Bij deze monitor verscheen ook een statistische bijlage.
In de eerste meting, Monitor Brugbanen, najaar 2008 bleek het grootste knelpunt in de regeling vooralsnog het beperkte bereik van de regeling en dus ook de beperkte bijdrage van de regeling aan het vergroten van de arbeidsparticipatie van herbeoordeelden. Over de regeling zelf en de uitvoering ervan werden in de eerste meting door werkgevers en herbeoordeelden weinig knelpunten genoemd en overheerst de tevredenheid.
Deze tweede monitor van de brugbaanregeling vond plaats een jaar na de start van de regeling. Het bereik van de regeling is achtergebleven bij de verwachtingen. De bijdrage van re-integratiebedrijven aan een groter gebruik van de regeling zal relatief beperkt blijven, aangezien het aantal herbeoordeelden dat begeleid werd bij aanvang van de regeling al niet erg groot was en volgens de re-integratiebedrijven ondertussen verder is afgenomen.
De regeling brugbanen liep vooruit op een bredere toepassing van het instrument loonkostensubsidie (LKS) en is met ingang van 1 januari 2009 geïntegreerd in de wet Stimulering arbeidsparticipatie (STAP). Daarbij is een van de gesignaleerde knelpunten, namelijk dat een herbeoordeelde niet in aanmerking komt voor de regeling als hij/zij in de afgelopen 5 jaar een proefplaatsing heeft gehad, aangepast en is de periode teruggebracht tot 6 maanden.