Enkele bevindingen:

  • Het blijkt dat tijdens de huidige economische crisis de WW-instroom gemiddeld jonger is dan voor de crisis. Hierdoor heeft de WW-instroom gemiddeld ook korter recht op WW.
  • De economische crisis treft vooral de conjunctuurgevoelige bedrijfstakken. Het risico om de WW in te stromen is het grootst in de Uitzendsector. Het instroomrisico is in deze bedrijfstak tijdens de economische crisis verdubbeld ten opzichte van een jaar geleden.
  • Ook bedrijfstakken als Industrie, Bouw en Hout en Transport worden meer dan gemiddeld getroffen. Dit zijn bedrijfstakken waar relatief veel mannen werken, waardoor mannen tijdens de crisis relatief meer de WW instromen dan vrouwen. Mannen werken vaker volledig dan vrouwen. Daarom bestaat de WW-instroom nu uit relatief meer fulltimers in vergelijking met een gunstige economische situatie. Vrouwen werken relatief veel in bedrijfstakken die minder conjunctuurgevoelig zijn (Gezondheid, Onderwijs en Overheid).
  • In bepaalde regio’s bevinden zich meer bedrijfstakken die getroffen worden door de economische crisis (vooral Industrie). Hierdoor zijn deze regio’s kwetsbaarder dan andere, met als gevolg een hogere instroom in de WW.