De ontwikkeling van de uitkeringsvolumes in het eerste kwartaal van 2006 laat vooralsnog geen grote verrassingen zien. De eerste cijfers van de WIA, die natuurlijk met de grootst mogelijke voorzichtigheid moeten worden beoordeeld, blijven qua absoluut aantal binnen de marges van de eerdere prognoses. Het aantal WW-uitkeringen daalt en ook de ramingen voor 2008 zijn licht naar beneden bijgesteld, dankzij de betere economische vooruitzichten.
Van de WAO’ers van wie de uitkering bij de aSB-herbeoordeling werd verlaagd of beëindigd, werkt 24% van de werkenden na vier maanden meer uren; van de niet-werkenden heeft 11% in die periode werk gevonden. Verder is opvallend dat er percentueel meer jongere Wajongers werken dan oudere en vaak ook buiten WSW-verband. De competenties van te re-integreren personen moeten aansluiten op de arbeidsmarkt of daarvoor geschikt worden gemaakt en het inkoopbeleid van UWV moet daarop gericht zijn. Daarom besteedt deze kwartaalverkenning ook aandacht aan vraaggerichte en klantgeoriënteerde re-integratie. Er is nog weinig inzicht in de mate waarin uitkeringsgerechtigden de plichten bij re-integratie naleven. Het is daarom belangrijk dat het Periodiek onderzoek regelovertreding sociale zekerheid (POROSZ), waarin de feitelijke omvang van overtredingen wordt geschat, wordt voortgezet.
UWV stelt de klant centraal. Daarbij is van belang hoe het dienstverleningsconcept wordt ingericht: klantvriendelijk (hoe kan de klant het best worden bediend), klantgericht (wat heeft de klant nodig) of klantgestuurd (de klant bepaalt welke diensten hij nodig heeft en heeft volledige verantwoordelijkheid).