De uitdiepingen raken soms de volumeontwikkelingen en hebben consequenties voor de ramingen (hoofdstuk 2). Ook zijn er uitdiepingen met een oriënterend karakter, waaruit afgeleid kan worden waar en hoe voor UWV relevante kennis te vergaren is. Hoofdstuk 3 ordent verschillende klantsignalen, hieruit komt naar voren dat de klachtenintensiteit lager dan 2% is. Hoofdstuk 4 gaat in op de vangnetgroep ‘overige flexwerkers’ en laat zien dat een groter aandeel van deze groep de maximale ziekteduur bereikt dan van de overige vangnetgroepen. Hoofdstuk 5 gaat in op de informatie en kennis die nodig is om vraaggerichte re-integratie uit te kunnen voeren. Er wordt onder andere gekeken naar voorspelde ontwikkelingen in de komende jaren op regionale deelmarkten en wat dat voor re-integratieactiviteiten kan betekenen. Hoofdstuk 6 gaat in op onderzoek naar fraudesignalen. Daaruit blijkt dat een kwart van de WW’ers aangeeft in 2004 te weinig te hebben gesolliciteerd. In hoofdstuk 7 blijkt dat bij grotere werkgevers het ziekteverzuim hoger is dan bij de kleinere werkgevers.